Provided by: apt_1.2.35_amd64 bug

NAME

       apt-get - APT gereedschap voor het behandelen van pakketten -- commandoregelinterface

SAMENVATTING

       apt-get [-asqdyfmubV] [-o=configuratietekenreeks] [-c=configuratiebestand]
               [-t=doelrelease] [-a=architectuur] {update | upgrade | dselect-upgrade |
               dist-upgrade | install pakket [{=pakketversienummer | /doelrelease}]...  |
               remove pakket...  | purge pakket...  |
               source pakket [{=pakketversienummer | /doelrelease}]...  |
               build-dep pakket [{=pakketversienummer | /doelrelease}]...  |
               download pakket [{=pakketversienummer | /doelrelease}]...  | check | clean |
               autoclean | autoremove | {-v | --version} | {-h | --help}}

OMSCHRIJVING

       apt-get is het gereedschap voor de commandoregel voor het behandelen van pakketten. Het
       kan door de gebruiker beschouwd worden als zijn "backend" (het basisinstrument) voor
       andere gereedschappen die gebruik maken van de bibliotheek van APT. Er bestaan
       verschillende "front-end" interfaces, zoals aptitude(8), synaptic(8) en wajig(1).

       Tenzij de optie -h, of --help opgegeven werd, moet een van de onderstaande commando's
       gebruikt worden.

       update
           update wordt gebruikt om de indexbestanden van beschikbare pakketten terug te
           synchroniseren met hun pakketbronnen. De indexen worden opgehaald van de locatie(s)
           die in /etc/apt/sources.list opgegeven werden. Indien bijvoorbeeld een Debian-archief
           gebruikt wordt, zal dit commando de bestanden Packages.gz ophalen en doorzoeken zodat
           de informatie over nieuwe en bijgewerkte pakketten beschikbaar wordt. Een update moet
           altijd uitgevoerd worden voor een upgrade of een dist-upgrade. U moet er rekening mee
           houden dat de globale voortgangsindicator niet betrouwbaar is, aangezien de grootte
           van de pakketbestanden vooraf niet gekend is.

       upgrade
           upgrade wordt gebruikt om vanaf de pakketbronnen die in het bestand
           /etc/apt/sources.list vermeld worden, de recentste versies te installeren van alle
           pakketten die momenteel op het systeem geïnstalleerd zijn. Pakketten waarvan een
           recentere versie beschikbaar is, worden opgehaald en bijgewerkt. Onder geen beding
           worden pakketten die momenteel geïnstalleerd zijn, verwijderd of worden pakketten die
           nog niet geïnstalleerd zijn, opgehaald en geïnstalleerd. Recentere versies van
           pakketten die momenteel geïnstalleerd zijn en die niet bijgewerkt kunnen worden zonder
           de installatiestatus van een ander pakket te wijzigen, zullen op hun huidige versie
           behouden blijven. Vooraf moet een update uitgevoerd worden, zodat apt-get weet dat er
           nieuwere versies van pakketten beschikbaar zijn.

       dist-upgrade
           dist-upgrade vervult niet enkel de functie van upgrade, maar handelt bovendien op een
           intelligente manier vereisten af die bij de nieuwere pakketversies veranderd zijn.
           apt-get beschikt over een "slim" systeem van conflictoplossing en zal proberen om de
           belangrijkste pakketten op te waarderen, eventueel, mocht dat nodig blijken, ten koste
           van minder belangrijke. Het kan daarom gebeuren dat het commando dist-upgrade sommige
           pakketten verwijdert. Het bestand /etc/apt/sources.list bevat een lijst met locaties
           waarvandaan de gewenste pakketten opgehaald kunnen worden. Zie ook apt_preferences(5)
           voor een mechanisme dat toelaat om voor individuele pakketten de algemene instellingen
           te overschrijven.

       dselect-upgrade
           dselect-upgrade wordt gebruikt in combinatie met dselect(1), het traditionele
           front-end van Debian voor pakketbeheer.  dselect-upgrade volgt de veranderingen op die
           dselect(1) aanbrengt in het Status-veld van de beschikbare pakketten en voert de
           acties uit die nodig zijn om die status waar te maken (bijvoorbeeld het verwijderen
           van oude en het installeren van nieuwe pakketten).

       install
           install wordt gevolgd door een of meer pakketten die men wenst te installeren of op te
           waarderen. Elk pakket wordt aangeduid met de pakketnaam, niet met zijn volledige
           unieke bestandsnaam (in een Debian systeem bijvoorbeeld zal apt-utils het argument
           zijn dat opgegeven wordt en niet apt-utils_1.2.35_amd64.deb). Alle pakketten die door
           het/de opgegeven te installeren pakket(ten) vereist worden, zullen eveneens opgehaald
           en geïnstalleerd worden. Het bestand /etc/apt/sources.list wordt gebruikt om de
           gewenste pakketten te vinden. Indien aan het eind van een pakketnaam een koppelteken
           (zonder spatie ertussenin) geplaatst wordt, zal het opgegeven pakket verwijderd worden
           indien het geïnstalleerd is. Net zo kan een plus-teken gebruikt worden om op te geven
           dat een pakket geïnstalleerd moet worden. Deze laatstgenoemde werkwijzen kunnen
           gebruikt worden om beslissingen te overschrijven die door het
           conflictoplossingssysteem van apt-get genomen worden.

           Een specifieke versie van een pakket kiezen voor installatie kan door de pakketnaam te
           laten volgen door een gelijkheidsteken en de te selecteren versie van het pakket. Dit
           zorgt ervoor dat die versie wordt opgezocht en voor installatie geselecteerd wordt.
           Eveneens kan een specifieke distributie geselecteerd worden door de pakketnaam te
           laten volgen door een slash en de versie van de distributie of de archiefnaam ervan
           (stable, testing, unstable).

           Beide versieselectiemechanismes kunnen pakketten degraderen en moeten met zorg
           gebruikt worden.

           Dit is ook de aangewezen werkwijze indien u een of meer reeds geïnstalleerde pakketten
           wilt opwaarderen zonder alle op het systeem aanwezige pakketten op te waarderen. In
           tegenstelling tot het commando "upgrade", dat de recentste versie installeert van alle
           op het systeem aanwezige pakketten, zal "install" enkel de recentste versie
           installeren van het/de opgegeven pakket(ten). Geef gewoon de naam op van het/de
           pakket(ten) dat/die u wenst op te waarderen en, indien er een recentere versie
           beschikbaar is, zal die (samen met zijn vereisten, zoals hiervoor uitgelegd werd)
           gedownload en geïnstalleerd worden.

           Tot slot stelt het mechanisme apt_preferences(5) u in staat om voor individuele
           pakketten een ander installatiebeleid te creëren.

           Indien geen enkel pakket overeenkomt met de opgegeven expressie en de expressie een
           '.', '?' of '*' bevat, dan wordt aangenomen dat het om een POSIX reguliere expressie
           gaat en wordt die toegepast op alle pakketnamen uit de database. Elke overeenkomst
           wordt dan geïnstalleerd (of verwijderd). Merk op dat het zoeken naar een overeenkomst
           gebeurt per deeltekenreeks, zodat 'lo.*' zowel met 'how-lo' als met 'lowest' een
           overeenkomst oplevert. Indien dit niet wenselijk is, veranker de reguliere expressie
           dan met behulp van het teken '^' of '$' of maak de reguliere expressie specifieker.

       remove
           remove is identiek aan install behalve dat pakketten ermee verwijderd in plaats van
           geïnstalleerd worden. Merk op dat het verwijderen van een pakket de
           configuratiebestanden ervan op het systeem laat staan. Indien een plus-teken aan de
           pakketnaam toegevoegd wordt (zonder spatie ertussenin), zal het opgegeven pakket
           geïnstalleerd in plaats van verwijderd worden.

       purge
           purge is identiek aan remove behalve dat pakketten verwijderd en gewist worden (ook
           eventuele configuratiebestanden worden verwijderd).

       source
           source doet apt-get bronpakketten ophalen. APT zal de beschikbare pakketten doorzoeken
           om uit te maken welk bronpakket opgehaald moet worden. Het zal de meest recente
           beschikbare versie van dat bronpakket opzoeken, ophalen en in de huidige map plaatsen.
           Het respecteert daarbij waar mogelijk de standaarduitgave, ingesteld met de optie
           APT::Default-Release, de optie -t of opgegeven per pakket via de syntaxis pkg/release.

           De opvolging van bronpakketten gebeurt afzonderlijk, los van de binaire pakketten, via
           deb-src-regels in het bestand sources.list(5). Dit betekent dat u een dergelijke regel
           moet toevoegen per pakketbron waarvan u bronpakketten wilt ophalen. Anders zult u
           wellicht de verkeerde versie (te oud/te recent) van het bronpakket krijgen of helemaal
           geen.

           Indien de optie --compile opgegeven werd, zal het pakket tot een binair .deb-bestand
           gecompileerd worden met behulp van de opdracht dpkg-buildpackage en dit voor de
           architectuur die met de optie --host-architecture opgegeven werd. Als de optie
           --download-only opgegeven werd, zal het bronpakket niet uitgepakt worden.

           Een specifieke versie van de broncode kunt u ophalen door de naam van het bronpakket
           te laten volgen door een gelijkheidsteken en de op te halen versie. Dit mechanisme is
           gelijkaardig aan datgene wat voor pakketbestanden gebruikt wordt. Dit maakt het
           mogelijk een exacte overeenkomst met de naam en het versienummer van het bronpakket te
           gebruiken, wat neerkomt op het impliciet aanzetten van de optie APT::Get::Only-Source.

           Merk op dat in tegenstelling tot binaire pakketten, bronpakketten niet opgenomen en
           opgevolgd worden in de database van dpkg. Ze worden gewoon opgehaald en in de huidige
           map geplaatst, zoals tar-archieven van broncode.

       build-dep
           build-dep doet apt-get pakketten installeren/verwijderen i een poging om te voldoen
           aan de vereisten voor het bouwen van een bronpakket. Standaard wordt voldaan aan de
           vereisten voor het bouwen van het pakket voor de architectuur van het systeem. In de
           plaats daarvan kan desgewenst een architectuur gespecificeerd worden met de optie
           --host-architecture.

       check
           check is een diagnostisch gereedschap; het werkt de pakketcache bij en controleert op
           defecte vereisten.

       download
           download zal het opgegeven binaire pakket ophalen en in de huidige map plaatsen.

       clean
           clean ruimt de lokale opslagplaats voor opgehaalde pakketbestanden op. Op het
           vergrendelingsbestand na ruimt het in /var/cache/apt/archives/ en
           /var/cache/apt/archives/partial/ alles op.

       autoclean (en de auto-clean alias sinds 1.1)
           Net als clean ruimt autoclean de lokale opslagplaats voor opgehaalde pakketbestanden
           op. Het verschil is dat het enkel pakketbestanden opruimt die niet langer opgehaald
           kunnen worden en goeddeels waardeloos zijn. Dit laat toe om gedurende een lange tijd
           een cache bij te houden zonder dat die onbeheersbaar wordt. Door het uitzetten van de
           configuratieoptie APT::Clean-Installed kan het opruimen van pakketbestanden van
           geïnstalleerde pakketten verhinderd worden.

       autoremove (en de auto-remove alias sinds 1.1)
           autoremove wordt gebruikt om pakketten te verwijderen die automatisch geïnstalleerd
           werden om te voldoen aan de vereisten van andere pakketten en nu niet langer nodig
           zijn.

       changelog
           changelog tracht het changelog-bestand (logbestand met veranderingen) van een pakket
           op te halen en geeft dit weer via het commando sensible-pager. Standaard wordt het
           logbestand met wijzigingen weergegeven voor de geïnstalleerde versie. U kunt evenwel
           dezelfde opties opgeven als bij het commando install.

       indextargets
           Geeft standaard een volgens deb822 ingedeelde lijst weer met informatie over alle
           gegevensbestanden (ook soms indexbestanden of indexdoelen genoemd) die apt-get update
           zou downloaden. Ondersteunt de optie --format voor het aanpassen van de indeling van
           de uitvoer en accepteert ook regels uit de standaarduitvoer om er de gegevens mee te
           filteren. Het commando wordt hoofdzakelijk gebruikt als een interface voor extern
           gereedschap dat APT gebruikt om informatie te verkrijgen evenals de namen van
           opgehaalde bestanden, zodat ook dat gereedschap er gebruik van kan maken in plaats van
           ze ook zelf weer op te halen. Meer gedetailleerde documentatie wordt hier niet
           gegeven, maar is daarentegen wel te vinden in de broncodeboom in het bestand
           doc/acquire-additional-files.txt.

OPTIES

       Alle commandoregelopties kunnen via het configuratiebestand ingesteld worden. de
       omschrijving geeft de in te stellen configuratieoptie op. Bij booleaanse opties kunt u
       instellingen uit het configuratiebestand overschrijven door iets te gebruiken als -f-,
       --no-f, -f=no en meerdere andere variaties.

       --no-install-recommends
           Aanbevolen pakketten niet als te installeren vereisten beschouwen. Configuratie-item:
           APT::Install-Recommends.

       --install-suggests
           Voorgestelde pakketten als te installeren vereisten beschouwen. Configuratie-item:
           APT::Install-Suggests.

       -d, --download-only
           Enkel downloaden; pakketbestanden worden enkel opgehaald, niet uitgepakt of
           geïnstalleerd. Configuratie-item: APT::Get::Download-Only.

       -f, --fix-broken
           Herstellen; proberen een systeem met defecte vereisten te repareren. Als deze optie
           gebruikt wordt samen met install/remove, kan ze elk pakket overslaan om APT toe te
           laten tot een aannemelijke oplossing te komen. Indien pakketten opgegeven worden,
           moeten die het probleem volledig repareren. Soms is deze optie nodig wanneer APT voor
           de eerste keer uitgevoerd wordt. APT zelf laat niet toe dat op een systeem defecte
           pakketvereisten voorkomen. Het is mogelijk dat de vereistenstructuur van een systeem
           dermate defect is dat een manuele interventie noodzakelijk is (hetgeen meestal
           betekent dat dpkg --remove moet gebruikt worden om sommige problematische pakketten
           uit de weg te ruimen). Het gebruik van deze optie samen met -m kan in sommige
           omstandigheden een fout opleveren. Configuratie-item: APT::Get::Fix-Broken.

       -m, --ignore-missing, --fix-missing
           Ontbrekende pakketten negeren; indien pakketten niet opgehaald kunnen worden of indien
           na het ophalen de integriteitstoets mislukt (beschadigde pakketbestanden), behoud dan
           de geïnstalleerde versie van deze pakketten en ga om met het resultaat. Het gebruik
           van deze optie samen met -f kan in sommige situaties tot een fout leiden. Indien een
           pakket voor installatie geselecteerd werd (in het bijzonder wanneer het aan de
           commandoregel vermeld werd) en het niet opgehaald kon worden, dan zal het stilzwijgend
           op zijn huidige versie behouden blijven. Configuratie-item: APT::Get::Fix-Missing.

       --no-download
           Schakelt het downloaden van pakketten uit. Dit wordt best gebruikt samen met
           --ignore-missing om APT te verplichten enkel .debs te gebruiken die het al gedownload
           heeft. Configuratie-item: APT::Get::Download.

       -q, --quiet
           Stil; produceert uitvoer, geschikt voor een logboekbestand. Voortgangsindicatoren
           worden overgeslagen. Meer q's, met een maximum van 2, maken de uitvoer beknopter. U
           kunt ook -q=# gebruiken om het niveau van beknopte uitvoer in te stellen en de waarde
           uit het configuratiebestand te overschrijven. Merk op dat beknopte uitvoer van het
           niveau 2 de optie -y impliceert; u zou nooit -qq zonder een optie van het type niets
           doen, zoals -d, --print-uris of -s, moeten gebruiken, omdat APT kan beslissen iets te
           gaan doen waaraan u zich niet verwachtte. Configuratie-item: quiet.

       -s, --simulate, --just-print, --dry-run, --recon, --no-act
           Geen actie; voer een simulatie uit van de gebeurtenissen die zich zouden voordoen op
           basis van de actuele toestand van het systeem, maar voer geen effectieve wijzigingen
           aan het systeem door. Vergrendeling wordt uitgeschakeld (Debug::NoLocking), zodat de
           toestand van het systeem eventueel zou kunnen wijzigen terwijl apt-get bezig is. Ook
           een niet-systeembeheerder (non-root) kan simulaties uitvoeren en als die geen
           leestoegang heeft tot alle configuraties van apt, kan dit de simulatie vertekenen.
           Niet-systeembeheerders krijgen standaard ook een opmerking te zien waarin deze
           waarschuwing gegeven wordt (APT::Get::Show-User-Simulation-Note). Configuratie-item:
           APT::Get::Simulate.

           Als men een simulatie uitvoert, worden een aantal regels weergegeven, waarbij elke
           regel een operatie van dpkg vertegenwoordigt: configureren (Conf), verwijderen (Remv)
           of uitpakken (Inst). Rechte haakjes duiden op defecte pakketten en lege rechte haakjes
           duiden op defecten zonder gevolgen (komt zelden voor).

       -y, --yes, --assume-yes
           Een automatisch ja op vragen; ga uit van een ja-antwoord op alle vragen en voer de
           operatie niet-interactief uit. Indien er zich een niet-wenselijke situatie voordoet,
           zoals het wijzigen van een op zijn huidige versie vastgehouden pakket, een poging om
           een niet-geauthenticeerd pakket te installeren of het verwijderen van een essentieel
           pakket, zal apt-get afgebroken worden. Configuratie-item: APT::Get::Assume-Yes.

       --assume-no
           Een automatisch "neen" op alle vragen. Configuratie-item: APT::Get::Assume-No.

       -u, --show-upgraded
           Toon opgewaardeerde pakketten; geef een lijst weer van alle pakketten die
           opgewaardeerd zullen worden. Configuratie-item: APT::Get::Show-Upgraded.

       -V, --verbose-versions
           Geef het volledige versienummer weer van opgewaardeerde en geïnstalleerde pakketten.
           Configuratie-item: APT::Get::Show-Versions.

       -a, --host-architecture
           Deze optie regelt voor welke architectuur pakketten gebouwd worden met de opdracht
           apt-get source --compile en hoe aan kruiselingse bouwvereisten voldaan wordt.
           Standaard staat dit niet ingesteld hetgeen betekent dat de computer waarop het pakket
           gebouwd wordt dezelfde architectuur heeft als die waarvoor het gebouwd wordt (hetgeen
           ingesteld wordt met APT::Architecture). Configuratie-item:
           APT::Get::Host-Architecture.

       -P, --build-profiles
           Deze optie regelt het activeren van bouwprofielen waarvoor een bronpakket gebouwd
           wordt met apt-get source --compile. Ze regelt ook hoe voldaan wordt aan de
           bouwvereisten. Standaard is geen enkel bouwprofiel actief. Er kan meer dan een
           bouwprofiel tegelijk geactiveerd worden door ze gescheiden door en komma samen te
           voegen. Configuratie-item: APT::Build-Profiles.

       -b, --compile, --build
           Bronpakketten na het downloaden compileren. Configuratie-item: APT::Get::Compile.

       --ignore-hold
           Instructies dat pakketten op hun huidige versie behouden moeten blijven, negeren; dit
           zorgt ervoor dat apt-get de bij een pakket horende instructie 'behouden op de huidige
           versie' negeert. Dit kan nuttig zijn in combinatie met dist-upgrade om een groot
           aantal onwenselijke instructies van het type 'behouden op de huidige versie' te
           overschrijven. Configuratie-item: APT::Ignore-Hold.

       --with-new-pkgs
           Toelaten dat nieuwe pakketten geïnstalleerd worden als dit gebruikt wordt in
           combinatie met upgrade. Dit is nuttig als het voor het bijwerken van een geïnstalleerd
           pakket nodig is om nieuwe vereisten te installeren. In plaats van het pakket op de
           huidige versie vast te houden, zal upgrade het pakket opwaarderen en de nieuwe
           vereisten installeren. Merk op dat upgrade met deze optie nooit pakketten zal
           verwijderen. Enkel nieuwe toevoegen is dan toegestaan. Configuratie-item:
           APT::Get::Upgrade-Allow-New.

       --no-upgrade
           Geen pakketten opwaarderen; als no-upgrade aan de commandoregel gebruikt wordt in
           combinatie met install, zal dat verhinderen dat reeds geïnstalleerde pakketten
           opgewaardeerd worden. Configuratie-item: APT::Get::Upgrade.

       --only-upgrade
           Geen nieuwe pakketten installeren; wanneer only-upgrade gebruikt wordt in combinatie
           met install, zal het enkel voor reeds geïnstalleerde pakketten opwaarderingen
           installeren en verzoeken om nieuwe pakketten te installeren negeren.
           Configuratie-item: APT::Get::Only-Upgrade.

       --allow-downgrades
           Dit is een gevaarlijke optie die er voor zorgt dat apt zonder vragen voortgaat als het
           degradaties doorvoert. U zou dit niet moeten gebruiken behalve in zeer bijzondere
           situaties. Dit gebruiken kan mogelijkerwijs tot de vernietiging van uw systeem leiden!
           Configuratie-item: APT::Get::allow-downgrades. Geïntroduceerd in APT 1.1.

       --allow-remove-essential
           Een ja doordrukken; dit is een gevaarlijke optie die er voor zorgt dat apt zonder
           vragen voortgaat als het essentiële pakketten verwijdert. U zou dit niet moeten
           gebruiken behalve in zeer bijzondere situaties. Dit gebruiken kan mogelijkerwijs tot
           de vernietiging van uw systeem leiden! Configuratie-item:
           APT::Get::allow-remove-essential. Geïntroduceerd in APT 1.1.

       --allow-change-held-packages
           Een ja doordrukken; dit is een gevaarlijke optie die er voor zorgt dat apt zonder
           vragen voortgaat als het te handhaven pakketten wijzigt. U zou dit niet moeten
           gebruiken behalve in zeer bijzondere situaties. Dit gebruiken kan mogelijkerwijs tot
           de vernietiging van uw systeem leiden! Configuratie-item:
           APT::Get::allow-change-held-packages. Geïntroduceerd in APT 1.1.

       --force-yes
           Een ja doordrukken; dit is een gevaarlijke optie die er voor zorgt dat apt zonder
           vragen voortgaat als het iets doet dat schadelijk kan zijn. U zou dit niet moeten
           gebruiken behalve in zeer bijzondere situaties. Het gebruik van force-yes kan
           mogelijkerwijs tot de vernietiging van uw systeem leiden! Configuratie-item:
           APT::Get::force-yes. Deze optie is verouderd en werd in 1.1 vervangen door
           --allow-downgrades, --allow-remove-essential, --allow-change-held-packages.

       --print-uris
           In plaats van pakketten op te halen om ze te installeren wordt hun URI weergegeven.
           Elke URI bevat het pad en de naam van het doelbestand, zijn grootte en de verwachte
           MD5-frommel. Merk op dat de naam van het bestand waarnaartoe geschreven wordt niet
           steeds overeenkomt met de bestandsnaam op de externe site! Dit werkt ook met de
           commando's source en update. Bij gebruik in combinatie met het commando update zijn de
           MD5-frommel en de grootte niet inbegrepen en het is aan de gebruiker om eventuele
           gecomprimeerde bestanden uit te pakken. Configuratie-item: APT::Get::Print-URIs.

       --purge
           Purge gebruiken in plaats van remove voor alles wat verwijderd zou worden. Er zal een
           sterretje ("*") staan naast de pakketten die ingepland staan om opgeruimd te worden.
           remove --purge is het equivalent van het commando purge. Configuratie-item:
           APT::Get::Purge.

       --reinstall
           Pakketten die reeds met hun nieuwste versie geïnstalleerd zijn opnieuw installeren.
           Configuratie-item: APT::Get::ReInstall.

       --list-cleanup
           Deze optie is standaard aangezet; gebruik --no-list-cleanup om ze uit te zetten.
           Indien ze geactiveerd is, zal apt-get automatisch de inhoud van /var/lib/apt/lists
           beheren om te garanderen dat in onbruik geraakte bestanden verwijderd worden. De enige
           reden waarom u dit zou uitzetten is wanneer u vaak het bestand sources.list wijzigt.
           Configuratie-item: APT::Get::List-Cleanup.

       -t, --target-release, --default-release
           Deze optie regelt de standaard invoer voor het aansturen van de beleidsvoering; ze
           stelt een standaard pinwaarde in op 990 voor de opgegeven release. Dit overschrijft de
           algemene instellingen uit /etc/apt/preferences. De waarde van deze optie heeft geen
           invloed op pakketten met een eigen pinwaarde. Kort samengevat laat deze optie u toe om
           op een eenvoudige wijze controle te houden over uit welke distributie pakketten
           opgehaald worden. Enkele gebruikelijke voorbeelden zijn -t '2.1*', -t unstable en -t
           sid. Configuratie-item: APT::Default-Release; raadpleeg ook de man-pagina van
           apt_preferences(5).

       --trivial-only
           Voer enkel 'banale' operaties uit. Logisch gezien kan men dit beschouwen als
           gerelateerd aan --assume-yes. Waar --assume-yes op elke vraag ja antwoordt, zal
           --trivial-only nee antwoorden. Configuratie-item: APT::Get::Trivial-Only.

       --no-remove
           Indien een of ander pakket verwijderd zou moeten worden, zal apt-get onmiddellijk
           afgebroken worden zonder een vraag te stellen. Configuratie-item: APT::Get::Remove.

       --auto-remove, --autoremove
           Indien het gegeven commando install of remove is, dan zal deze optie functioneren
           zoals wanneer de opdracht autoremove wordt uitgevoerd en zullen pakketten die niet
           langer door andere vereist worden, verwijderd worden. Configuratie-item:
           APT::Get::AutomaticRemove.

       --only-source
           Is enkel betekenisvol voor de commando's source en build-dep. Geeft aan dat voor de
           opgegeven namen van bronpakketten niet naar een overeenkomst gezocht moet worden via
           de tabel met binaire pakketten. Dit houdt in dat indien deze optie opgegeven werd,
           deze commando's enkel de naam van bronpakketten als argument zullen aanvaarden en niet
           de naam van een binair pakket om nadien het overeenkomstige bronpakket te gaan
           opzoeken. Configuratie-item: APT::Get::Only-Source.

       --diff-only, --dsc-only, --tar-only
           Enkel het diff-, dsc- of tar-bestand van een bronarchief downloaden.
           Configuratie-item: APT::Get::Diff-Only, APT::Get::Dsc-Only, en APT::Get::Tar-Only.

       --arch-only
           Enkel architectuurafhankelijke bouwvereisten verwerken. Configuratie-item:
           APT::Get::Arch-Only.

       --allow-unauthenticated
           Negeer dat pakketten niet geauthenticeerd kunnen worden en stel er geen vragen over.
           Dit kan nuttig zijn als met lokale pakketbronnen gewerkt wordt, maar het houdt een
           enorm veiligheidsrisico in als de authenticiteit van de gegevens niet op een andere
           manier door de gebruiker zelf verzekerd wordt. Het gebruik van de optie Trusted voor
           regels uit sources.list(5) valt gewoonlijk te verkiezen boven deze globale vervanging.
           Configuratie-item: APT::Get::AllowUnauthenticated.

       --no-allow-insecure-repositories
           Sta het commando update niet toe om niet-verifieerbare gegevens op te halen uit
           geconfigureerde pakketbronnen. Het commando update van apt zal mislukken bij
           pakketbronnen zonder geldige cryptografische ondertekening. Configuratie-item:
           Acquire::AllowInsecureRepositories.

       --show-progress
           Bij het installeren, opwaarderen of verwijderen van pakketten gebruikersvriendelijke
           voortgangsinformatie in het terminalvenster weergeven. Voor een door een machine te
           lezen versie van deze gegevens kunt u README.progress-reporting raadplegen in apt's
           doc-map. Configuratie-item: Dpkg::Progress en Dpkg::Progress-Fancy.

       -h, --help
           Een korte samenvatting van het gebruik weergeven.

       -v, --version
           Het versienummer van het programma weergeven.

       -c, --config-file
           Configuratiebestand; Een te gebruiken configuratiebestand opgeven. Het programma zal
           het standaard configuratiebestand inlezen en nadien dit configuratiebestand. Als
           configuratie-instellingen opgegeven moeten worden vooraleer de standaard
           configuratiebestanden verwerkt worden, geef dan een bestand op met de
           omgevingsvariabele APT_CONFIG. Raadpleeg apt.conf(5) voor informatie over de syntaxis.

       -o, --option
           Een configuratieoptie instellen; Dit stelt een willekeurige configuratieoptie in. De
           syntaxis is -o Foo::Bar=bar.  -o en --option kunnen meermaals gebruikt worden om
           verschillende opties in te stellen.

BESTANDEN

       /etc/apt/sources.list
           Locaties waarvandaan pakketten opgehaald moeten worden. Configuratie-item:
           Dir::Etc::SourceList.

       /etc/apt/sources.list.d/
           Bestandsfragmenten met locaties waarvandaan pakketten opgehaald moeten worden.
           Configuratie-item: Dir::Etc::SourceParts.

       /etc/apt/apt.conf
           Configuratiebestand voor APT. Configuratie-item: Dir::Etc::Main.

       /etc/apt/apt.conf.d/
           Configuratiebestandsfragmenten voor APT. Configuratie-item: Dir::Etc::Parts.

       /etc/apt/preferences
           Bestand met versievoorkeuren. Dit is waar u "pinning" kunt opgeven. Dit is een
           voorkeur voor het ophalen van bepaalde pakketten uit een aparte pakketbron of uit een
           andere versie van een distributie. Configuratie-item: Dir::Etc::Preferences.

       /etc/apt/preferences.d/
           Bestandsfragmenten met versievoorkeuren. Configuratie-item:
           Dir::Etc::PreferencesParts.

       /var/cache/apt/archives/
           Opslaggebied voor opgehaalde pakketbestanden. Configuratie-item: Dir::Cache::Archives.

       /var/cache/apt/archives/partial/
           Opslaggebied voor pakketbestanden tijdens het ophalen. Configuratie-item:
           Dir::Cache::Archives (partial zal impliciet toegevoegd worden)

       /var/lib/apt/lists/
           Opslaggebied voor statusinformatie over elke pakketbron vermeld in sources.list(5)
           Configuratie-item: Dir::State::Lists.

       /var/lib/apt/lists/partial/
           Opslaggebied voor statusinformatie tijdens het ophalen. Configuratie-item:
           Dir::State::Lists (partial zal impliciet toegevoegd worden)

ZIE OOK

       apt-cache(8), apt-cdrom(8), dpkg(1), sources.list(5), apt.conf(5), apt-config(8), apt-
       secure(8), De gebruikershandleiding voor APT in /usr/share/doc/apt-doc/,
       apt_preferences(5), de Howto voor APT.

DIAGNOSTIEK

       apt-get geeft de terugkeerwaarde nul bij een normaal verlopen operatie, het decimaal getal
       100 in geval van een fout.

BUGS

       APT bugpagina[1]. Indien u een bug in APT wilt rapporteren, raadpleeg dan
       /usr/share/doc/debian/bug-reporting.txt of het reportbug(1) commando.

VERTALING

       De Nederlandse vertaling werd in 2015 gemaakt door Frans Spiesschaert
       <Frans.Spiesschaert@yucom.be>, in samenwerking met het Debian Dutch l10n Team
       <debian-l10n-dutch@lists.debian.org>.

       Merk op dat de vertaling van dit document nog onvertaalde delen kan bevatten. Dit is
       intentioneel om te vermijden dat inhoud verloren zou gaan door een vertaling die achterop
       loopt op het origineel.

AUTEURS

       Jason Gunthorpe

       APT-team

OPMERKINGEN

        1. APT bugpagina
           http://bugs.debian.org/src:apt