Provided by: manpages-nl-dev_4.15.0-9_all bug

NAAM

       reboot - herstarten of in/uitschakelen van Ctrl-Alt-Del

SAMENVATTING

       /* Vanaf kernel versie 2.1.30 bestaan symbolische namen LINUX_REBOOT_*
          voor constanten en een vierde argument in de aanroep: */

       #include <linux/reboot.h>  /* Definitie van LINUX_REBOOT_* constanten */
       #include <sys/syscall.h>   /* Definitie van SYS_* constanten */
       #include <unistd.h>

       int syscall(SYS_reboot, int magie, int magie2, int cmd, void *arg);

       /* Onder glibc en de meeste alternatieve libc's (inclusief uclibc, dietlibc,
          musl en een aantal andere) hebben sommige van de constanten die hiermee te
          maken hebben symbolische namen RB_* gekregen, en de bibliotheek aanroep
          is een 1-argument omwikkel functie om de systeem aanroep: */

       #include <sys/reboot.h>    /* Definitie van  RB_* constanten */
       #include <unistd.h>

       int reboot(int vlag);

BESCHRIJVING

       De  reboot()  aanroep  herstart  het systeem, of schakelt de  herstart toetsaanslag in/uit
       (afgekort CAD, omdat de  standaard  Ctrl-Alt-Delete  is;  hij  kan  veranderd  worden  met
       loadkeys(1)).

       Deze systeem aanroep zal falen (met EINVAL) tenzij magie gelijk is aan LINUX_REBOOT_MAGIC1
       (dat is: 0xfee1dead) en magie2 gelijk is  aan  LINUX_REBOOT_MAGIC2  (dat  is:  672274793).
       Sinds  2.1.17  worden echter ook LINUX_REBOOT_MAGIC2A (dat is: 85072278), sinds 2.1.97 ook
       LINUX_REBOOT_MAGIC2B (dat is: 369367448) en sinds 2.5.71 ook LINUX_REBOOT_MAGIC2C (dat is,
       537993216) toegestaan als waarde voor magie2. (De hexadecimale waardes van deze constanten
       hebben betekenis.)

       Het vlag argument kan de volgende waardes hebben:

       LINUX_REBOOT_CMD_CAD_OFF
              (RB_DISABLE_CAD. CAD wordt uitgezet. Dit  betekend  dat  de  CAD  toetsaanslag  een
              SIGINT  signaal  zal  veroorzaken dat gezonden zal worden naar het init (proces 1),
              waarna dit proces kan beslissen wat  een  juiste  actie  is  (wellicht:  stop  alle
              processen, synchroniseer ("sync"), en herstart).

       LINUX_REBOOT_CMD_CAD_ON
              (RB_ENABLE_CAD,  0x89abcdef).  CAD wordt gebruiksklaar gemaakt. Dit betekend dat de
              CAD toetsaanslag onmiddellijk de actie behorend  bij  LINUX_REBOOT_CMD_RESTART  zal
              veroorzaken.

       LINUX_REBOOT_CMD_HALT
              (RB_HALT_SYSTEM,  0xcdef0123;  sinds  1.1.76).  Het bericht "System halted."  wordt
              afgedrukt, en het systeem wordt gestopt. Controle wordt gegeven aan de ROM monitor,
              indien  die  bestaat.  Als niet voorafgegaan werd door een sync(2), zullen gegevens
              verloren gaan.

       LINUX_REBOOT_CMD_KEXEC
              (RB_KEXEC, 0x45584543, vanaf Linux 2.6.13).  Voer een kernel uit  die  eerder  werd
              geladen  met  kexec_load(2).   Deze  optie is alleen beschikbaar als de kernel werd
              geconfigureerd met CONFIG_KEXEC.

       LINUX_REBOOT_CMD_POWER_OFF
              (RB_POWER_OFF,  0x4321fedc;  sinds  2.1.30).  Het  bericht  "Power   down."   wordt
              afgedrukt,  het  systeem  wordt  gestopt en alle voeding wordt losgekoppeld van het
              systeem als dat mogelijk is. Als niet voorafgegaan door  sync(2),  zullen  gegevens
              verloren gaan.

       LINUX_REBOOT_CMD_RESTART
              (RB_AUTOBOOT,  0x1234567). Het bericht "Restarting system." wordt afgedrukt, en een
              standaard herstart wordt onmiddellijk uitgevoerd. Als niet  voorafgegaan  door  een
              sync(2), zullen gegevens verloren gaan.

       LINUX_REBOOT_CMD_RESTART2
              (0xa1b2c3d4; sinds 2.1.30). Het bericht "Restarting system with command '%s'" wordt
              afgedrukt, en een herstart (met gebruik van het opdracht-string  gegeven  met  arg)
              wordt  onmiddellijk  uitgevoerd.  Als  niet  voorafgegaan  door een sync(2), zullen
              gegevens verloren gaan.

       LINUX_REBOOT_CMD_SW_SUSPEND
              (RB_SW_SUSPEND, 0xd000fce1; sinds Linux 2.5.18).  Het  systeem  wordt  gestopt  (in
              winterslaap)  naar  schijf.  Deze  optie  is  alleen beschikbaar als de kernel werd
              geconfigureerd met CONFIG_HIBERNATION.

       Alleen de super-gebruiker mag reboot() gebruiken.

       Het exacte gevolg van de bovenstaande acties hangt af van de architectuur.  Voor  de  i386
       architectuur  doet  het  extra argument helemaal niets momenteel (2.1.122), maar het soort
       heropstart kan bepaald worden met een kernel opdracht-regel argument  (`reboot=...'),  het
       kan warm of koud zijn, en hard of door de BIOS.

   Gedrag binnen PID naamruimtes.
       Sinds  Linux  3.4  als  reboot() wordt aangeroepen vanuit een PID naamruimte anders dan de
       initiële PID naamruimte met een van de cmd waardes hieronder  getoond,  dan  zal  het  een
       "herstart"  van  die  naamruimte  uitvoeren: het "init" proces van de PID naamruimte wordt
       meteen beëindigd, met de effecten zoals beschreven in pid_namespaces(7).

       De waarden die kunnen worden gegeven in cmd bij het aanroepen van  reboot()  zijn  in  dit
       geval als volgt:

       LINUX_REBOOT_CMD_RESTART, LINUX_REBOOT_CMD_RESTART2
              Het   "init" proces werd gestopt en wait(2) in het ouder proces rapporteert dat het
              kind werd gestopt met een SIGINT signaal.

       LINUX_REBOOT_CMD_POWER_OFF, LINUX_REBOOT_CMD_HALT
              Het  "init" proces werd gestopt en wait(2) in het ouder proces rapporteert dat  het
              kind werd gestopt met een SIGINT signaal.

       Voor de andere cmd waarden geeft reboot() -1 terug en wordt errno gezet op EINVAL.

EIND WAARDE

       Voor die waarden van cmd die het systeem stoppen of herstarten zal een succesvolle aanroep
       van reboot() niet terug keren. Voor de andere cmd waarden  wordt  nul  terug  gegeven  bij
       succes.  In alle gevallen wordt -1 teruggegeven bij fouten en wordt errno gezet om de fout
       te melden.

FOUTEN

       EFAULT Probleem    bij    het    verkrijgen    van     gebruiker-ruimte     data     onder
              LINUX_REBOOT_CMD_RESTART2.

       EINVAL Verkeerde magische nummers of vlag.

       EPERM  Het  huidige  proces  heeft  niet  voldoende  rechten om reboot() aan te roepen; de
              aanroeper moet de CAP_SYS_BOOT in zijn naamruimte hebben.

VOLDOET AAN

       reboot() is Linux-eigen en zou niet gebruikt moeten worden in processen die  overdraagbaar
       moeten zijn.

ZIE OOK

       systemctl(1),   systemd(1),   kexec_load(2),   sync(2),   bootparam(7),   capabilities(7),
       ctrlaltdel(8), halt(8), shutdown(8)

COLOFON

       Deze  pagina  is  onderdeel  van  release  5.13  van  het  Linux  man-pages-project.   Een
       beschrijving  van  het  project, informatie over het melden van bugs en de nieuwste versie
       van deze pagina zijn op https://www.kernel.org/doc/man-pages/ te vinden.

VERTALING

       De  Nederlandse  vertaling  van  deze  handleiding  is  geschreven   door   Jos   Boersema
       <joshb@xs4all.nl>,  Mario  Blättermann  <mario.blaettermann@gmail.com>  en  Luc Castermans
       <luc.castermans@gmail.com>

       Deze vertaling is vrije documentatie;  lees  de  GNU  General  Public  License  Version  3
       ⟨https://www.gnu.org/licenses/gpl-3.0.html⟩  of later over de Copyright-voorwaarden. Er is
       geen AANSPRAKELIJKHEID.

       Indien U fouten in de vertaling van deze handleiding zou vinden,  stuur  een  e-mail  naar
       ⟨debian-l10n-dutch@lists.debian.org⟩.