Provided by: manpages-nl_4.19.0-7_all bug

NAAM

       grep, egrep, fgrep, rgrep - toon regels die voldoen aan een patroon

SAMENVATTING

       grep [OPTIE...] PATRONEN [BESTAND...]
       grep [OPTIE...] -e PATRONEN ... [BESTAND...]
       grep [OPTIE...] -f PATROON_BESTAND ... [BESTAND...]

BESCHRIJVING

       grep  zoekt  het   PATROON  in elk  BESTAND.  PATROON zijn een of meer patronen gescheiden
       voor nieuwe regel tekens,  grep toont dan elke regel dit voldoet  aan  een  patroon.   Als
       grep   in  een  shell  commando  gebruikte  wordt dan zal  PATROON tussen aanhalingstekens
       moeten staan.

       Een BESTAND of `-`  betekent standaard invoer. Als geen BESTAND werd opgegeven, dan zullen
       de  werk  map  recursief  doorzocht  worden,  en  niet  recursieve zoekopdrachten lezen de
       standaard invoer.

       Debian bevat ook  de varianten egrep, fgrep en rgrep. Deze programma´s zijn  identiek  aan
       grep -E,  grep -F,  respectievelijk  grep -r.  Deze varianten zijn afgekeurd,  maar worden
       behouden vanwege compatibiliteit. Om redenen van overdraagbaarheid  wordt  het  aanbevolen
       deze varianten niet te gebruiken, maar in plaats daarvan grep met de juist optie.

OPTIES

   Algemene Programma Informatie
       --help Geef een kort help bericht en stop.

       -V, --version
              Toon versie nummer van grep en stop.

   Patroon syntaxis
       -E, --extended-regexp
              Interpreteer PATROON uit als een uitgebreide reguliere expressie (zie onder).

       -F, --fixed-strings
              Interpreteer PATROON  als vaste tekst, niet als reguliere expressies.

       -G, --basic-regexp
              Interpreteer PATROON  als een reguliere expressie (BRE´s, zie hieronder). Dit is de
              standaard.

       -P, --perl-regexp
              Interpreteer PATROON als een Perl-compatibele reguliere  expressie  (PCRE´s).  Deze
              optie  is  experimenteel indien die gecombineerd wordt met de met  -z (--null-data)
              optie, en grep -P zou kunnen waarschuwen over niet geïmplementeerde features.

   Vergelijkings instellingen
       -e PATRONEN, --regexp=PATRONEN
              Gebruik  PATRONEN  als  patronen.   Als  deze  optie  meerdere  keren  gebruikt  of
              gecombineerd  wordt  de met -f (--file) optie, zoek dan alle gegeven patronen. Deze
              optie kan gebruikt worden  om patronen die beginnen met "-" te beschermen.

       -f BESTAND, --file=BESTAND
              Lees de patronen uit  BESTAND, een per  regel.    Als  deze  optie  meerdere  keren
              gebruikt   of  gecombineerd wordt de met -e (--regexp) optie, zoek dan alle gegeven
              patronen. Een leeg bestand bevat geen patronen en vergelijkt daarom niets.

       -i, --ignore-case
              Negeer het verschil tussen hoofd- en  kleine  letters  in  patronen  en  de  invoer
              bestanden, zodat alleen tekens die hierdoor verschillen bij elkaar horen.

       --no-ignore-case
              Negeer verschillen in hoofd- en kleine letters in patronen en invoer data niet. Dit
              is de standaard. Deze optie is nuttig voor doorgeven naar shell scripts die  al  -i
              gebruiken, om het effect te onderdrukken want de twee opties overschrijven elkaar.

       -v, --invert-match
              Keer de manier van vergelijken om, om niet-passende regels te kiezen.

       -w, --word-regexp
              Selecteer  alleen  die  regels  die  passen  op hele woorden. Er wordt getest of de
              passende sub-tekst aan het begin  van  de  regel  zit,  of  voorafgegaan  door  een
              niet-woord  teken.   Net zo, moet het aan het einde van de regel zitten, of gevolgd
              worden door een niet-woord karakter. Tekens die in woorden voorkomen zijn  letters,
              cijfers  en  het  liggende  streepje.  Deze optie heeft geen effect als ook -x werd
              opgegeven.

       -x, --line-regexp
              Selecteer alleen die overeenkomsten die precies met een  hele  regel  overeenkomen.
              Voor  een  reguliere  expressie  patroon,  komt  dit overeen met het tussen haakjes
              zetten van het patroon en het omgeven met  ^ en $.

   Algemene uitvoer instellingen
       -c, --count
              Onderdruk normale uitvoer; druk in plaats daarvan de som van de passende regels  af
              voor  elk  invoer  bestand.  Met  de  -v,  --invert-match  optie  (zie  onder), tel
              niet-overeenkomende regels.

       --color[=WANNEER], --colour[=WANNEER]
              Omgeeft  de  gevonden  (niet-lege)  teksten,  passende  regels,   context   regels,
              bestandsnamen, regel nummers, byte afstand, en de scheiders (voor velden en groepen
              van context regels) met stuurcodes om ze in kleur  op  de  terminal  te  tonen.  De
              kleuren worden bepaald in de omgevingsvariabele GREP_COLORS. WHEN is never, always,
              of auto.

       -L, --files-without-match
              Onderdruk gewone uitvoer; druk in plaats daarvan de naam van elk invoer bestand af,
              waar normaal geen uitvoer van zou zijn afgedrukt.

       -l, --files-with-matches
              Onderdruk gewone uitvoer; druk in plaats daarvan de naam van elk invoer bestand af,
              waar normaal geen uitvoer van zou zijn afgedrukt.

       -m AANTAL, --max-count=AANTAL
              Stop met het lezen van een bestand na NUM overeenkomende regels. Als  NUM  nul  is,
              dan  stopt  grep  meteen zonder invoer te lezen. Als NUM gelijk is aan -1 dan wordt
              dit behandeld als oneindig en grep stop niet;  dit  is  standaard.  Als  de  invoer
              gelezen  wordt van standaard invoer van een normaal bestand, en NUM passende regels
              werden getoond, dan zal grep er voor zorgen dat de  standaard  invoer  wordt  gezet
              precies  na  de laatste passende regel voor dat het stopt, ook al zijn er nakomende
              context regels. Dit zorgt ervoor  dat  het  aanroepende  proces  kan  doorgaan  met
              zoeken.  Als grep stopt na NUM passende regels, zal het nog volgende context regels
              tonen. Indien de -c of --count optie werd gebruikt, dan zal grep geen teller groter
              dan  NUM tonen. Als ook de -v of --invert-match werd gebruikt, dan zal grep stoppen
              na het tonen van NUM niet-passende regels.

       -o, --only-matching
              Toon alleen gevonden (niet-lege) delen van de gevonden regel, met elk deel  op  een
              aparte uitvoer regel.

       -q, --quiet, --silent
              Stil;  schrijf  niets  naar  standaard uitvoer. Stop onmiddellijk  met een nul eind
              waarde wanneer een overeenkomst werd gevonden, zelfs als een fout was  vastgesteld.
              Zie ook de -s of --no-messages optie.

       -s, --no-messages
              Onderdruk fout berichten over niet-bestaande of onleesbare bestanden.

   Uitvoer regel voorvoegsel instellingen
       -b, --byte-offset
              Toon  de  0-gebaseerde  byte  positie  in het invoer bestand voor elke regel van de
              uitvoer.  Toon de positie van het gevonden deel zelf als -o  (--only-matching)   is
              opgegeven.

       -H, --with-filename
              Toon  de  bestandsnaam voor elke overeenkomst. Dit is standaard wanneer er meer dan
              een bestand doorzocht moet worden.

       -h, --no-filename
              Onderdruk het voorvoegen van bestandsnamen in de uitvoer. Dit is standaard  wanneer
              er precies een bestand (of alleen standaard invoer) doorzocht wordt.

       --label=LABEL
              Toon  invoer  komende  van standaard invoer als invoer afkomstig van bestand LABEL.
              Dit is nuttig  voor  commando´s  die  de  bestand  inhoud  transformeren  vóór  het
              doorzoeken,  b.v. gzip -cd foo.gz | grep --label=foo -H 'some pattern'.  Zie ook de
              -H optie.

       -n, --line-number
              Voeg vóór elke regel uitvoer het regelnummer toe in het invoer bestand.

       -T, --initial-tab
              Zorg ervoor dat het eerste teken van een regel inhoud op een tabstop ligt,  waarmee
              de  uitlijning van tabs normaal uit ziet. Dit is nuttig samen met de opties die hun
              uitvoer vooraf laten gaan met de inhoud: -H,-n, and -b.  Om de  kans  te  vergroten
              dat  de  regels  van  een  enkel  bestand zullen starten in dezelfde kolom, zal het
              regelnummer en de byte positie (indien aanwezig) getoond worden in de minimale veld
              breedte.

       -Z, --null
              Voer  een  nul  byte  (het  ASCII NUL karakter) uit, in plaats van het karakter dat
              gewoonlijk volgt op een bestandsnaam. Bijvoorbeeld, grep -lZ voert een nul byte uit
              na  elke  bestandsnaam,  in  plaats van de gewone nieuwe regel. Deze optie maakt de
              uitvoer eenduidig, zelfs bij het voorkomen van bestandsnamen die ongewone karakters
              zoals  nieuwe  regels bevatten. Deze optie kan worden gebruikt met opdrachten zoals
              find -print0, perl -0, sort  -z  en  xargs  -0  om  willekeurige  bestandsnamen  te
              verwerken, zelfs als die nieuwe regel-tekens bevatten.

   Context Regel Instellingen
       -A AANTAL, --after-context=AANTAL
              Toon  NUM regels van voorafgaande context na gevonden regels. Plaatst een regel die
              de groep scheider  (--) bevat tussen opeenvolgende groep van vondsten. Met de -o of
              --only-matching  optie,  heeft  dit  geen effect en er zal een waarschuwing gegeven
              worden.

       -B AANTAL, --before-context=AANTAL
              Toon NUM regels van voorafgaande context na gevonden regels. Plaatst een regel  die
              de groep scheider  (--) bevat tussen opeenvolgende groep van vondsten. Met de -o of
              --only-matching optie, heeft dit geen effect en er  zal  een  waarschuwing  gegeven
              worden.

       -C AANTAL, -AANTAL, --context=AANTAL
              Toon  NUM regels context. Plaatst een regel die de groep scheider (--) bevat tussen
              opeenvolgende groep van vondsten. Met de -o of  --only-matching  optie,  heeft  dit
              geen effect en er zal een waarschuwing gegeven worden.

       --group-separator=SEP
              Als  -A,  -B  of  -C  in gebruik zijn, druk dan SEP af in plaats van -- groepen van
              regels.

       --no-group-separator
              Als -A, -B of -C in gebruik zijn, druk dan geen scheidingsteken af tussen   groepen
              van regels.

   Bestand en Map Selectie
       -a, --text
              Verwerk  een  binair  bestand  alsof  het  tekst  was;  dit  is  equivalent  aan de
              --binary-files=text optie.

       --binary-files=SOORT
              Als de data of metadata van een bestand  aangeeft  dat  het  bestand  binaire  data
              bevat,  neem  dan  aan  de  het  bestand  van type TYPE is.  Niet-tekst bytes geven
              binaire data aan; dit zijn ofwel uit voer bytes die niet goed gecodeerd  zijn  voor
              de huidige locale , of nul invoer bytes indien de -z optie niet opgegeven werd.

              Standaard  zullen  SOORT  binair, en grep uitvoer onderdrukken na een het ontdekken
              van een nul in de binaire invoer, en ook uitvoer regels onderdrukken die  ongeldige
              gecodeerde  data  bevatten. Indien uitvoer werd onderdrukt, dan zal grep de uitvoer
              naar standard error dat een binair bestand gevonden werd.

              Als SOORT without-match is, dan zal wanneer grep  nul invoer binaire  data  ontdekt
              het  aanneemt dat de rest van het bestand niet overeenkomt; dit is gelijk aan de -I
              optie.

              Als SOORT text is, dan verwerkt grep een binair bestand alsof het tekst was; dit is
              gelijk aan de -a optie.

              Wanneer SOORT binary is, dan kan grep niet-tekst bytes als regel einden  behandelen
              zelfs zonder de -z optie is. Dit betekent dat binary versus  text  kan  beïnvloeden
              dat  een  patroon  op  een bestand past.  Bijvoorbeeld, wanneer SOORT gelijk is aan
              binary dan q$  kan  patroon  overeenkomen  met  q  onmiddellijk  gevolgd  door  een
              nul-byte,  zelfs  als  die niet past wanneer  SOORT gelijk is  aan  text. Andersom,
              wanneer SOORT is binary dan komt . (period)  niet overeen met een nul byte.

              Waarschuwing: grep --binary-files=text kan binaire onzin genereren, wat  vervelende
              bijeffecten  kan  hebben  als  de uitvoer naar een terminal gaat en als de terminal
              driver deze interpreteert als een commando.  Aan  de  andere  kant,  als  bestanden
              gelezen  worden  waarvan  de  codering  onbekend is, dan kan het helpen om -a op te
              geven of om LC_ALL=C in de omgeving te zetten, om zo meer overeenkomsten te  vinden
              zelfs als deze niet veilig zijn om meteen te tonen.

       -D ACTIE, --devices=ACTIE
              Als het invoer bestand een apparaat is, FIFO of socket, gebruik dan ACTIE om het te
              verwerken. Standaard, ACTIE is read, hetgeen betekent dat apparaten gelezen  worden
              net  als  dat  het  normale bestanden waren. Als ACTIE is skip dan worden apparaten
              overgeslagen.

       -d ACTIE, --directories=ACTIE
              Als een invoer bestand een map is, gebruik ACTIE om het te  verwerken.  Normaal  is
              ACTIE  read,  wat  betekend  dat  mappen  gelezen worden alsof het gewone bestanden
              waren. Als ACTIE skip is, worden mappen in stilte overgeslagen. Als  ACTIE  recurse
              is,  leest  grep  alle  bestanden  in   elke  map,  recursief,  alleen  symbolische
              koppelingen volgend als die op de commando regel stonden. Dit is gelijk aan  de  -r
              optie.

       --exclude=BESTANDSPATROON
              Sla  elke commando-regel bestand over met een achtervoegsel dat past op het patroon
              GLOB, gebruik makend van jokerteken; een naam achtervoegsel is of de volledige naam
              of  een  volgend  deel dat begint met een niet-slash teken onmiddellijk na de slash
              (/) in de naam. Als er recursief gezocht wordt, sla dan elke bestand  over  waarvan
              de  basis  naam  past  op  GLOB; de basis naam is het deel na de laatste slash. Een
              patroon mag *, ?, en [...] als jokertekens, en \ gebruiken  om  een  jokerteken  of
              backslash teken letterlijk te citeren.

       --exclude-from=BESTAND
              Sla bestanden over waarvan  de basis naam past op een van de algemene bestandsnamen
              gelezen van BESTAND (gebruik jokerteken passend zoals beschreven onder --exclude).

       --exclude-dir=BESTANDSPATROON
              Sla elke commando-regel map over met een achtervoegsel  dat  past  op  het  patroon
              GLOB.  Als  er recursief gezocht wordt, sla een map over waarvan de basis naam past
              op GLOB.  Negeer overtollige slashes achter in GLOB.

       -I     Verwerk een binair bestand als of het geen passende gegevens bevatte; dit is gelijk
              aan de --binary-files=without-match optie.

       --include=BESTANDSPATROON
              Zoek  alleen  bestanden  waarvan de basis naam past op GLOB (gebruik van jokerteken
              zoals beschreven in --exclude). Als daarentegen de --include en de --exclude opties
              werden opgegeven, dan wordt een bestand mee genomen tenzij de eerste van die opties
              --include is.

       -r, --recursive
              Lees alle bestanden in elke map, recursief, symbolische koppelingen volgend  alleen
              als  ze  op  de commando regel stonden.  Merk op dat als geen bestand werd gegeven,
              grep alleen in de werk map zoekt. Dit is equivalent aan de -d recurse optie.

       -R, --dereference-recursive
              Lees alle bestanden in elke map, recursief. Volg alle symbolische  koppelingen,  in
              tegenstelling to -r.

   Andere Opties
       --line-buffered
              Gebruik regel buffering bij uitvoer. Dit kan een prestaties kosten.

       -U, --binary
              Behandel de bestand(en) als binair. Standaard, onder MS-DOS en MS-win, gokt grep of
              een bestand een tekst of binair bestand is zoals beschreven voor de  --binary-files
              optie  .  Als  grep  besluit  dat  het bestand een tekst bestand is haalt het de CR
              karakters uit de originele bestand inhoudt (om reguliere expressies met ^ en $ goed
              te  laten  werken).  Opgeven  van  -U overstemd dit gokken, en veroorzaakt dat alle
              bestanden gelezen worden en doorgegeven worden aan het "passen-op"-mechanisme.  Hoe
              dan  ook,  als een bestand een tekst bestand met CR/LF paren aan het einde van elke
              regel is, zal dat ervoor zorgen dat sommige reguliere expressies zullen falen. Deze
              optie heeft geen zin op andere platformen anders dan MS-DOS en MS-Windows.

       -z, --null-data
              Behandel  invoer  en uitvoer data als opeenvolgende regels, elke afgesloten met een
              nul-byte (het ASCII NUL teken) in plaats van een nieuwe regel. Net  als  de  -Z  of
              --null  optie,  kan  deze  optie  gebruikt  worden  met commando´s zoals sort -z om
              willekeurige bestandsnamen te verwerken.

REGULIERE EXPRESSIES

       Een reguliere expressie is een patroon dat een verzameling teksten  beschrijft.  Reguliere
       expressies worden op dezelfde manier gebouwd als rekenkundige expressies: door met gebruik
       van verschillende operatoren kleinere delen samen te binden.

       grep begrijpt drie verschillende versies van reguliere-expressies syntaxis: “basic” (BRE),
       “extended”  (ERE)   en  “perl”  (PCRE).  In  GNU grep is er geen verschil in bruikbaarheid
       tussen basis en  extended  syntax.  In  andere  implementaties  zijn  de  basis  reguliere
       expressies  minder  krachtig.  De volgende beschrijving gaat op voor uitgebreide reguliere
       expressies; verschillen met de basis reguliere  expressies  worden  naderhand  samengevat.
       Perl-compatibele   reguliere   expressies   geven  additionele  functionaliteit,  en  zijn
       gedocumenteerd in B<pcresyntax>(3) en B<pcrepattern>(3),  maar  werken  alleen  als   PCRE
       beschikbaar is in het systeem

       De fundamentele bouwstenen zijn de reguliere expressies, die passen op een enkel karakter.
       De meeste tekens, ook alle letters en cijfers, zijn reguliere expressies die  op  zichzelf
       passen.  Elk meta-teken met een speciale betekenis kan geciteerd worden door het vooraf te
       laten gaan door een backslash.

       De punt . past elk enkelvoudig karakter. Het is niet gespecificeerd of  het  past  op  een
       codering fout.

   Teken klassen en Expressies met Haakjes
       Een  haakjes  expressie  is  een  lijst  van  tekens  omsloten  door  [ en ]. Het past elk
       enkelvoudig teken van die lijst. Als het eerste karakter van de lijst het dakje ^ is,  dan
       past  het  elk enkelvoudig teken niet in die lijst. Het is niet gespecificeerd of het past
       op  een  codering  fout.  Bijvoorbeeld,  de  reguliere  expressie  [0123456789]  past  elk
       enkelvoudig cijfer.

       In  een  haakjes  expressie, bestaat een  bereik expressie uit twee tekens gescheiden door
       een koppelteken.  Dit vind  elk  enkel  teken  dat  past   tussen  twee  de  twee  tekens,
       inclusief,  het  gebruik  van  de  taaldefinitie  verzameling  volgorde  en teken set. Bij
       voorbeeld, in de standaard C taaldefinitie, [a-d] is equivalent aan [abcd].  Veel  locales
       sorteren  tekens in woord volgorde, en in deze is [a-d] gewoonlijk niet equivalent [abcd];
       het kan equivalent zijn aan [aBbCcDd], bij voorbeeld.  Om de klassieke  interpretatie  van
       haakjes  expressie te verkrijgen, kun je best de C taaldefinitie instellen door het zetten
       van de LC_ALL omgevingsvariabele op de waarde C.

       Tenslotte, bepaalde benoemde klassen van tekens zijn voorgedefinieerd. Hun  namen  spreken
       voor  zichzelf,  en  het  zijn  [:alnum:],  [:alpha:],  [:cntrl:],  [:digit:],  [:graph:],
       [:lower:],  [:print:],  [:punct:],  [:space:],  [:upper:]  en   [:xdigit:].   Bijvoorbeeld
       [[:alnum:]]  betekend [0-9A-Za-z], behalve dat de laatste vorm afhankelijk is van de POSIX
       taaldefinitie en de ASCII tekenset, terwijl de eerste onafhankelijk is  van  taaldefinitie
       en  tekenset.  (Merk  op  dat de rechte haakjes in deze klasse namen onderdeel zijn van de
       symbolische namen, en ook gegeven moeten worden bij  de  ook  al  rechte  haakjes  die  de
       rechte-haakjes-lijst  omsluiten.)  De  meeste meta-tekens verliezen hun speciale betekenis
       binnen een lijst. Om een letterlijke ] op te geven, plaats het als  eerste  in  de  lijst.
       Hetzelfde idee voor een letterlijke ^, plaats het overal behalve als eerste. Tenslotte, om
       een letterlijke - bij te voegen, plaats het als laatste.

   Verankering
       Het dakje ^ en het dollar teken $ zijn meta-tekens die op respectievelijk de  lege  string
       aan het begin, en aan het einde van een regel passen.

   Het backslash teken en Speciale Expressies
       De  symbolen \< en \> passen respectievelijk de lege tekst aan het begin, en aan het einde
       van een woord. Het symbool \b past de lege string aan de rand van een woord, en \B past de
       lege  string  als  het  niet de rand van een woord is. Het symbool \w is een synoniem voor
       [_[:alnum:]] en \W is een synoniem voor [^_[:alnum:]].

   Herhaling
       Een reguliere expressie mag gevolgd worden door een of meerdere herhaal operatoren:
       ?      Het voorgaande item is optioneel en paste ten hoogste één keer.
       *      Het voorgaande item zal nul of meer keer gepast worden.
       +      Het voorgaande item zal één  of meer keer gepast worden.
       {n}    Het voorgaande item zal precies n keer gepast worden.
       {n,}   Het voorgaande item zal n of meer keer gepast worden.
       {,m}   Het voorafgaande item past op zijn meest m keer. Dit is een GNU uitbreiding.
       {n,m}  Het voorgaande item zal minstens n keer, maar niet meer dan m keer gepast worden.

   Concatenatie
       Twee reguliere expressies kunnen worden geconcateneerd; de  reguliere  expressie  die  dat
       oplevert past elk tekst die bestaat uit de twee samen gevoegde  sub-teksten die op de twee
       respectievelijke sub-expressies passen.

   Afwisseling
       Twee reguliere expressies kunnen  samengevoegd  worden  door  de  invoeg  operator  |;  de
       reguliere  expressie  die  dat  oplevert  past  elke  string  die  of de ene, of de andere
       sub-expressie past.

   Voorrang
       Herhaling heeft voorrang boven achter elkaar aanzetten,  wat  weer  voorrang  heeft  boven
       wisselen.  Een  hele sub-expressie kan omgeven worden door haakjes om deze voorrangsregels
       te omzeilen.

   Terugverwijzingen en Sub-expressies
       De terugverwijzing \n, waar n een enkel cijfer is, past de sub-tekst daarvóór gepast  door
       de nde met haakjes omsloten sub-tekst in de reguliere expressie.

   Basis versus uitgebreide Reguliere Expressies
       In  basis  reguliere  expressies  verliezen de meta-tekens ?, +, {, |, ( en ) hun speciale
       betekenis; in plaats daarvan gebruik de versies met backslash \?, \+, \{, \|, \( en \).

EIND WAARDE

       Normaal is de eind waarde  0  als  er  overeenkomsten  werden  gevonden,  en  1  als  geen
       overeenkomsten werden gevonden en 2 als er een fout optrad.  Hoewel, als  of -q of --quiet
       of --silent werd gebruikt en een regel werd gevonden, dan is de eind waarde 0 zelfs als er
       een fout optrad.

OMGEVING

       Het gedrag van grep wordt beïnvloed door de volgende omgevingsvariabelen

       De    taaldefinitie   van   de   categorie   LC_foo   wordt   gespecificeerd   door   drie
       omgevingsvariabelen LC_ALL, LC_foo, LANG in die volgorde te bekijken. De eerste  van  deze
       variabelen die is gezet bepaald de taaldefinitie. Bij voorbeeld, als LC_ALL niet is gezet,
       maar LC_MESSAGES is gezet op  pt_BR,  dan  wordt  de  Braziliaans-Portugese  taaldefinitie
       gebruikt voor de  LC_MESSAGES categorie. De C taaldefinitie wordt gebruikt als geen enkele
       taaldefinitie is gezet, als de taal catalogus niet werd geïnstalleerd, of grep  werd  niet
       gebouwd  met  nationale  taal  ondersteuning  (NLS).  Het  shell  commando locale -a toont
       beschikbare taaldefinities.

       GREP_COLORS
              Bepaald hoe de --color optie de uitvoer kleurt. Zijn waarde is een komma-gescheiden
              lijst  van  mogelijkheden met ms=01;31:mc=01;31:sl=:cx=:fn=35:ln=32:bn=32:se=36 als
              standaard waarde en de rv en ne  logische  mogelijkheden  zijn  weggelaten  (m.a.w.
              onwaar). Ondersteunde mogelijkheden zijn de volgende.

              sl=    SGR sub-tekst voor compleet geselecteerde regels (m.a.w. passende regels als
                     de -v commando-regel optie werd weggelaten, of niet-passende regels  als  -v
                     werd  opgegeven).  Als  zowel  de  logische rv optie en de -v commando-regel
                     opgegeven werden, dan is dit van toepassing op passende  contex  regels.  De
                     standaard is leeg (m.a.w. het standaard kleuren paar van de terminal).

              cx=    SGR sub-tekst for hele context regels (m.a.w. niet-passende regels als de -v
                     commando-regel optie is weggelaten, or passend regels als -v werd opgegeven.
                     Als  echter  zowel  de  logische  rv  als  de -v commando-regel optie werden
                     opgegeven, dan is dit alleen van toepassing op  geselecteerde  niet-passende
                     regels.  De  standaard  is  leeg  (.m.a.w. het standaard kleuren paar van de
                     terminal).

              rv     Logische waarde dat de betekenis omdraait van de sl=  and  cx=  capabilities
                     indien de -v command-regel optie werd gespecificeerd. De standaard is ONWAAR
                     (m.a.w. the capaciteit is weggelaten).

              mt=01;31
                     SGR sub-tekst voor passende niet-lege tekst in ieder passend regel  (m.a.w.,
                     een  geselecteerde regel wanneer de -v commando-regel optie werd weggelaten,
                     of een context regel  als -v werd opgegeven. Deze instelling  is  equivalent
                     aan  het  instellen  van  ms=  en  mc=  in  een  keer op dezelfde waarde. De
                     standaard is vette rode tekst in  de  voorgrond  tegen  de  bestaande  regel
                     achtergrond.

              ms=01;31
                     SGR sub-tekst voor passende niet-lege tekst in een passende regel (dit wordt
                     alleen gebruikt als de -v commando-regel optie werd weggelaten.) Het  effect
                     van de sl= (of cx= als rv) capaciteit blijft actief wanneer dit optreedt. De
                     standaard is vette rode tekst in  de  voorgrond  tegen  de  bestaande  regel
                     achtergrond.

              mc=01;31
                     SGR  sub-tekst voor passende niet-lege tekst in een context regel (dit wordt
                     alleen gebruikt als de -v commando-regel optie werd gegeven.) Het effect van
                     de  cx=  (of  sl=  als rv) capaciteit blijft actief wanneer dit optreedt. De
                     standaard is vette rode tekst in  de  voorgrond  tegen  de  bestaande  regel
                     achtergrond.

              fn=35  SGR  sub-tekst  voor  bestandsnamen die vooraf gaan aan een regel inhoud. De
                     standaard  is  magenta  tekst  voorgrond   tegen   de   standaard   terminal
                     achtergrond.

              ln=32  SGR  sub-tekst  voor  regel  nummer die vooraf gaan aan een regel inhoud. De
                     standaard  is  groene  tekst  voorgrond    tegen   de   standaard   terminal
                     achtergrond.

              bn=32  SGR  sub-tekst  voor  byte posities die vooraf gaan aan een regel inhoud. De
                     standaard  is  groene  tekst  voorgrond    tegen   de   standaard   terminal
                     achtergrond.

              se=36  SGR  sub-tekst  voor scheiders die zijn ingevoegd tussen geselecteerde regel
                     velden  (:,  tussen  context  regel  velden,  (-,  en  tussen  groepen   van
                     aansluitende  regels  als  een  niet-lege context werd opgegeven   (--).  De
                     standaard is cyaan tekst voorgrond  tegen de standaard terminal achtergrond.

              ne     Logische waarde die het wissen tot regel einde voor komt  door  gebruik  van
                     Erase in Line (EL) naar Rechts (\33[K)  elke keer een gekleurd item eindigt.
                     Dit is nodig op terminals waar EL niet ondersteund wordt. Het is ook  nuttig
                     op  terminals  waar  de back_color_erase (bce)  logische terminfo capaciteit
                     niet van toepassing is, wanneer  de  gekozen  opvallende  kleuren  niet  van
                     invloed  zijn  op  de  achtergrond,  of wanneer EL te langzaam is en flakker
                     veroorzaakt. De standaard is ONWAAR (m.a.w. de capaciteit wordt weggelaten).

              Merk op dat de logische capaciteiten geen =... deel  hebben.  Ze  worden  standaard
              weggelaten (m.a.w. ONWAAR) en worden WAAR indien opgegeven.

              Zie  de  Select  Graphic  Rendition  (SGR)  sectie  in de documentatie van de tekst
              terminal die wordt gebruikt om  toegestane  waarden  en  hun  betekenis  als  tekst
              attributen.   Deze  sub-tekst  waarden  zijn gehele getallen in decimale notatie en
              kunnen worden geconcateneerd met puntkomma´s.  grep zorgt voor het samenstellen van
              het  resultaat  in een complete SGR sequentie (\33[...m).  Voorkomende waarden voor
              concatenatie  zijn o.m. 1 voor vet, 4 voor  onderstrepen, 5 voor knipperen, 7  voor
              omkeren,  39  voor  standaard voorgrond kleur, 30 tot 37 voor voorgrond kleuren, 90
              tot 97 voor 16-kleurenmode voorgrond kleuren, 38;5;0 tot  38;5;255  for  88-kleuren
              and  256-kleuren modes voorgrond kleuren, 49 voor default achtergrond kleur, 40 tot
              47 voor achtergrond kleuren, 100 tot 107 for 16-kleuren mode  achtergrond  kleuren,
              and 48;5;0 tot 48;5;255 voor 88-kleuren en 256-kleuren modes achtergrond kleuren.

       LC_ALL, LC_COLLATE, LANG
              Deze  variabelen  specificeren  de taaldefinitie voor de LC_COLLATE categorie, deze
              bepaald de verzameling volgorde die gebruikt wordt om bereik expressies te ontleden
              zoals [a-z].

       LC_ALL, LC_CTYPE, LANG
              Deze  variabelen  geven  de  LC_CTYPE  taaldefinitie  op,  die  het soort karakters
              bepaalt, o.a. welke tekens witruimte zijn. De taaldefinitie wordt bepaald  door  de
              eerste  van deze variabelen die is gezet. De POSIX taaldefinitie wordt gebruikt als
              geen van deze omgevingsvariabelen zijn gezet, of als de  taaldefinitie  verzameling
              niet  is  geïnstalleerd,  of als grep niet was gecompileerd met talen ondersteuning
              (NLS)

       LC_ALL, LC_MESSAGES, LANG
              Deze variabelen specificeren de LC_MESSAGES categorie, die de taal bepaalt die grep
              gebruikt  voor  berichten. De standaard C taaldefinitie gebruikt Amerikaans Engelse
              berichten.

       POSIXLY_CORRECT
              Indien gezet gedraagt grep zich zoals POSIX; anders gedraagt grep zich  meer  zoals
              andere  GNU  programma's.  POSIX vereist dat de opties die volgen op bestandsnamen,
              behandeld moeten worden  als  bestandsnamen;  standaard  worden  dergelijke  opties
              verplaatst  naar  het  begin van de operanden lijst en worden behandeld als opties.
              Ook eist POSIX dat de niet herkende opties als "onwettig" worden  aangemerkt,  maar
              omdat  ze  niet echt tegen de wet zijn worden ze normaal aangemerkt als "ongeldig".
              POSIXLY_CORRECT zet ook _N_GNU_nonoption_argv_flags_ uit, hieronder beschreven.

       _N_GNU_nonoption_argv_flags_
              (Hier  is  N  grep's  numerieke  proces  ID.)  Als   het   ide   teken   van   deze
              omgevingsvariabele  waarde  1  is,  beschouw het ide operand voor grep niet als een
              optie, zelfs als het er een lijkt te zijn.  De  shell  kan  deze  variabele  in  de
              omgeving  plaatsen  voor  elke  opdracht  die  het  start,  daarmee  opgevend welke
              operanden het resultaat zijn van jokerteken expansie en daarom niet  behandeld  zou
              moeten  worden  als  een  optie.  Dit  gedrag  is  alleen  beschikbaar met de GNU C
              bibliotheek, en alleen wanneer POSIXLY_CORRECT niet gezet is.

OPMERKINGEN

       Deze handleiding wordt sporadisch onderhouden; de volledige documentatie  is  vaker  beter
       bijgewerkt.

COPYRIGHT

       Copyright 1998-2000, 2002, 2005-2022 Free Software Foundation, Inc.

       Dit  is  vrije  software;  zie  de  programmatekst  voor de kopieervoorwaarden. Er is GEEN
       garantie; zelfs niet voor VERKOOPBAARHEID of GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.

BUGS

   Bugs Rapporteren
       Email bug rapporten naar het bug-rapportage adres ⟨bug-grep@gnu.org⟩.  Een  email  archief
       ⟨https://lists.gnu.org/mailman/listinfo/bug-grep⟩       en       een       bug      volger
       ⟨https://debbugs.gnu.org/cgi/pkgreport.cgi?package=grep⟩ zijn beschikbaar.

   Bekende Bugs
       Grote herhalingsaantallen voor de {n,m} bouwsteen kunnen zorgen  dat  grep  veel  geheugen
       gebruikt.  Daar bovenop kunnen sommige obscure reguliere expressies exponentieel meer tijd
       en ruimte vragen, en kunnen ervoor zorgen dat het geheugen voor grep opraakt.

       Terugverwijzingen zijn heel langzaam, en kunnen exponentieel meer tijd vragen.

VOORBEELD

       Het volgende voorbeeld toont locatie en inhoud van elke regel die "f" bevat en eindigt  op
       ".c",  in elk bestand in de huidige werkmap waarvan de naam "g" bevat en eindigt in "*.h".
       De -n optie toont regel nummers, het -- argument behandelt expansie van "*g*.h"  beginnend
       met "-" als bestandsnamen niet als opties, en het lege bestand /dev/null zorgt er voor dat
       bestandsnamen getoond worden zelfs als alleen een bestandsnaam van de vorm "*g*.h" is.

         $ grep -n -- 'f.*\.c$' *g*.h /dev/null
         argmatch.h:1:/* definitions and prototypes for argmatch.c

       De enige regel dit past is regel 1 van argmatch.h. Merk  op  dat  de  reguliere  expressie
       syntaxis  gebruikt in het patroon verschilt van de globbing syntaxis die de shell gebruikt
       om bestandsnamen te zoeken.

ZIE OOK

   Reguliere Handleidingen
       awk(1), cmp(1), diff(1), find(1), perl(1), sed(1), sort(1), xargs(1),  read(2),  pcre2(3),
       pcre2syntax(3), pcre2pattern(3), terminfo(5), glob(7), regex(7)

   Volledige documentatie
       Een  volledige handleiding ⟨https://www.gnu.org/software/grep/manual/⟩ is beschikbaar. Als
       de programma's info en grep correct  op  uw  systeem  zijn  geïnstalleerd,  dan  geeft  de
       opdracht

              info grep

       toegang tot de volledige handleiding.

VERTALING

       De   Nederlandse   vertaling   van  deze  handleiding  is  geschreven  door  Jos  Boersema
       <joshb@xs4all.nl>, Mario  Blättermann  <mario.blaettermann@gmail.com>  en  Luc  Castermans
       <luc.castermans@gmail.com>

       Deze  vertaling  is  vrije  documentatie;  lees  de  GNU  General Public License Version 3
       ⟨https://www.gnu.org/licenses/gpl-3.0.html⟩ of later over de Copyright-voorwaarden. Er  is
       geen AANSPRAKELIJKHEID.

       Indien  U  fouten  in  de vertaling van deze handleiding zou vinden, stuur een e-mail naar
       ⟨debian-l10n-dutch@lists.debian.org⟩.