Provided by: dpkg-dev_1.22.6ubuntu6.1_all
NAAM
dpkg-buildpackage - binaire of broncodepakketten bouwen uit de broncode
OVERZICHT
dpkg-buildpackage [optie...]
BESCHRIJVING
dpkg-buildpackage is een programma dat het proces van het bouwen van een Debian pakket automatiseert. Het bestaat uit de volgende stappen: 1. Het voert de uitbreiding (hook) preinit uit voordat een bronbestand wordt gelezen. Het bereidt de bouwomgeving voor door verschillende omgevingsvariabelen in te stellen(zie OMGEVING), voert de uitbreiding init uit en roept dpkg-source --before-build aan (tenzij -T of --target gebruikt werd). 2. Het controleert of voldaan is aan de bouw-vereisten en de bouw-tegenstrijdigheden (tenzij -d of --no-check-builddeps opgegeven werd). 3. Indien met de optie -T of --target een of meer specifieke doelen geselecteerd werden, roept het deze doelen aan en stopt dan. Anders voert het de uitbreiding (hook) preclean uit en roept het fakeroot debian/rules clean aan om de bouwboom zuiver te maken (tenzij -nc of --no-pre-clean opgegeven werd). 4. Het voert de uitbreiding (hook) source uit en roept dpkg-source -b aan om het broncodepakket te genereren (indien het bouwen van source aangevraagd werd met --build of gelijkwaardige opties). 5. Het voert de uitbreiding (hook) build uit en roept debian/rules build-target aan. Het voert vervolgens de uitbreiding (hook) binary uit, gevolgd door fakeroot debian/rules binary-target (tenzij enkel de bouw van het broncodepakket gevraagd werd met --build=source of gelijkwaardige opties). Merk op dat build-target en binary-target ofwel build en binary zijn (de standaardsituatie, of indien een bouw van het type any en all aangevraagd werd met --build of gelijkwaardige opties), ofwel build-arch en binary-arch (indien een bouw van het type any maar niet all aangevraagd werd met --build of gelijkwaardige opties), ofwel build-indep en binary-indep (indien een bouw van het type all maar niet any aangevraagd werd met --build of gelijkwaardige opties). 6. Het voert de uitbreiding (hook) buildinfo uit en roept dpkg-genbuildinfo aan om een bestand .buildinfo aan te maken. Verschillende opties van dpkg-buildpackage worden aan dpkg-genbuildinfo overgemaakt. 7. Het voert de uitbreiding (hook) changes uit en roept dpkg-genchanges aan om een .changes-bestand te genereren. De naam van het bestand .changes zal afhangen van het type bouw en zal zo specifiek zijn als nodig, maar niet meer dan dat; de naam zal als volgt zijn: broncode-naam_binaire-versie_arch.changes voor een bouw die any bevat broncode-naam_binaire-versie_all.changes voor een bouw die daarentegen all bevat broncode-naam_broncode-versie_source.changes. voor een bouw die daarentegen source bevat Veel dpkg-buildpackage-opties worden doorgestuurd naar dpkg-genchanges. 8. Het voert de uitbreiding (hook) postclean uit en als -tc of --post-clean werd opgegeven zal het nogmaals fakeroot debian/rules clean aanroepen. 9. Het roept dpkg-source --after-build aan. 10. Het voert de uitbreiding (hook) check uit en roept een pakketcontroleprogramma aan voor nazicht van het bestand .changes (indien er in DEB_CHECK_COMMAND of met --check-command een commando opgegeven werd). 11. Het voert de uitbreiding (hook) sign uit en ondertekent met behulp van de OpenPGP- backend (voor zover het geen bouw van het type UNRELEASED is of tenzij --no-sign werd opgegeven) voor het ondertekenen van het bestand .dsc (als dat bestaat, tenzij -us of --unsigned-source opgegeven werden), van het bestand .buildinfo (tenzij -ui, --unsigned-buildinfo, -uc of --unsigned-changes opgegeven werden) en van het bestand .changes (tenzij -uc of --unsigned-changes opgegeven werden). 12. Het voert de uitbreiding (hook) done uit.
OPTIES
Alle opties kunnen zowel opgegeven worden aan de commandoregel als in de systeem- en gebruikersconfiguratiebestanden voor dpkg-buildpackage. Elke regel in het configuratiebestand is ofwel een optie (exact hetzelfde als de commandoregeloptie, maar zonder de verbindingsstreepjes aan het begin) of commentaar (als hij begint met een ‘#’). --build=type Geeft het bouw-type op vanuit een lijst van door komma's gescheiden componenten (sinds dpkg 1.18.5). Alle opgegeven componenten worden gecombineerd om het enige te gebruiken bouwtype uit te kiezen, wat inhoudt dat één enkele compilatie wordt uitgevoerd met één enkel .changes-bestand. Wordt doorgegeven aan dpkg-genchanges. De waarden die gebruikt mogen worden zijn: source Bouwt het broncodepakket. Opmerking: Indien u deze waarde op zichzelf staand gebruikt en indien uw enige bedoeling is om het bronpakket gewoon (opnieuw) te bouwen vanuit een zuivere broncodeboom, dan is het altijd beter om rechtstreeks dpkg-source te gebruiken, aangezien dat niet vereist dat eventuele bouwvereisten geïnstalleerd worden, welke anders nodig zijn om in staat te zijn het doelwit clean te aanroepen. any Bouwt de architectuurspecifieke binaire pakketten. all Bouwt de architectuuronafhankelijke binaire pakketten. binary Bouwt de architectuurspecifieke en de architectuuronafhankelijke binaire pakketten. Dit is een alias voor any,all. full Bouwt alles. Dit is een alias voor source,any,all en identiek aan de standaardsituatie wanneer geen bouwoptie opgegeven werd.. -g Het equivalent van --build=source,all (sinds dpkg 1.17.11). -G Het equivalent van --build=source,any (sinds dpkg 1.17.11). -b Het equivalent van --build=binary of --build=any,all. -B Het equivalent van --build=any. -A Het equivalent van --build=all. -S Het equivalent van --build=source. -F Het equivalent van --build=full, --build=source,binary of --build=source,any,all (sinds dpkg 1.15.8). --target=target[,...] --target doel[,...] -T, --rules-target=target[,...] Roept na het opzetten van de bouwomgeving per opgegeven target eenmaal debian/rules doel aan en stopt het proces van het bouwen van het pakket hier (sinds dpkg 1.15.0, de lange optie sinds dpkg 1.18.8, de ondersteuning voor meerdere targets sinds dpkg 1.18.16). Indien ook --as-root opgegeven werd, dan wordt het commando als systeembeheerder uitgevoerd (zie --root-command). Merk op dat gekende targets die verplicht als systeembeheerder moeten uitgevoerd worden, deze optie niet nodig hebben (d.w.z. de targets clean, binary, binary-arch en binary-indep). --as-root Enkel zinvol in samenhang met --target (sinds dpkg 1.15.0). Vereist dat het doel met systeembeheerdersrechten uitgevoerd wordt. -si -sa -sd -vversie -Cbeschrijving-van-de-wijzigingen -madres-van-de-beheerder -eadres-van-de-beheerder Wordt ongewijzigd doorgegeven aan dpkg-genchanges. Zie de man-pagina ervan. --build-by=adres-van-de-beheerder --source--by=adres-van-de-beheerder (sinds dpkg 1.21.10) Doorgeven als -m aan dpkg-genchanges. Zie de man-pagina ervan. --release-by=adres-van-de-beheerder --changed-by=adres-van-de-beheerder (sinds dpkg 1.21.10) Doorgeven als -e aan dpkg-genchanges. Zie de man-pagina ervan. -a, --host-arch architectuur De Debian-architectuur waarvoor we bouwen specificeren (lange optie sinds dpkg 1.17.17). De architectuur van de machine waarop we bouwen, wordt automatisch vastgesteld en ze wordt ook als standaard genomen voor de hostmachine. -t, --host-type gnu-systeemtype Het GNU-systeemtype waarvoor we bouwen specificeren (lange optie sinds dpkg 1.17.17). Het kan gebruikt worden in de plaats van --host-arch of als een aanvulling om het standaard GNU-systeemtype voor de Debian-architectuur van de host aan te passen. --target-arch architectuur De Debian-architectuur specificeren waarvoor de gebouwde programma's gebouwd zullen worden (sinds dpkg 1.17.17). De standaardwaarde is de hostmachine. --target-type gnu-systeemtype Het GNU-systeemtype specificeren waarvoor de gebouwde programma's gebouwd zullen worden (sinds dpkg 1.17.17). Het kan gebruikt worden in de plaats van --target-arch of als een aanvulling om het standaard GNU-systeemtype voor de Debian doelarchitectuur aan te passen. -P, --build-profiles=profiel[,...] Het/de profiel(en) welke we bouwen specificeren in een lijst met een komma als scheidingsteken (sinds dpkg 1.17.2, de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Het standaardgedrag is om niet voor een specifiek profiel te bouwen. Stelt ze ook in (als een lijst met een spatie als scheidingsteken) als de omgevingsvariabele DEB_BUILD_PROFILES, hetgeen bijvoorbeeld toelaat aan debian/rules-bestanden om gebruik te maken van deze informatie bij voorwaardelijke bouwoperaties. -j, --jobs[=taken|auto] Geeft het aantal taken aan dat gelijktijdig mag worden uitgevoerd (sinds dpkg 1.14.7, lange optie sinds dpkg 1.18.8). Waarbij het aantal taken overeenkomt met het aantal online-processors indien auto werd opgegeven (sinds dpkg 1.17.10), of een onbeperkt aantal indien taken niet werd opgegeven. Het standaardgedrag is auto (sinds dpkg 1.18.11) in niet-opgelegde modus (sinds dpkg 1.21.10), en als zodanig is het altijd veiliger om dit te gebruiken voor elk pakket, inclusief voor pakketten die niet op een veilige manier parallel kunnen worden gebouwd. Als u het aantal taken instelt op 1, wordt de seriële uitvoering hersteld. Het voegt parallel=taken of parallel toe aan de omgevingsvariabele DEB_BUILD_OPTIONS, hetgeen debian/rules-bestanden in staat stelt van deze informatie gebruik te maken voor eigen doeleinden (opt-in modus genaamd). De waarde taken heeft voorrang op de optie parallel=taken of parallel in de omgevingsvariabele DEB_BUILD_OPTIONS. Merk op dat de waarde auto zal vervangen worden door het effectieve aantal momenteel actieve processoren en ze dus als zodanig naar geen enkel onderliggend proces doorgegeven zal worden. Indien het aantal beschikbare online-processoren niet afgeleid kan worden, dan zal de code terugvallen op het gebruiken van seriële uitvoering (sinds dpkg 1.18.15), hoewel dit enkel zou mogen gebeuren op exotische en niet-ondersteunde systemen. -J, --jobs-try[=taken|auto] Deze optie (sinds dpkg 1.18.2, lange optie sinds dpkg 1.18.8) is gelijkwaardig aan de optie -j hierboven. Aangezien het gedrag van -j in dpkg 1.21.10 veranderde naar de opt-in modus, kunt u in plaats daarvan deze optie gebruiken als u over de verschillende uitgaven van dpkg heen eenzelfde betekenis moet kunnen garanderen. --jobs-force[=taken|auto] Deze optie (sinds dpkg 1.21.10) is gelijkwaardig aan de optie --jobs behalve dat ze de opgelegde parallelle modus zal activeren door de optie -j voor make met het berekende aantal parallelle taken toe te voegen aan de omgevingsvariabele MAKEFLAGS. Dit zou ertoe moeten leiden dat alle volgende aanroepen van make die optie overerven, waardoor de parallelle instelling voor het verpakken (en mogelijk voor het bovenstroomse bouwsysteem als dat make(1) gebruikt) wordt opgelegd, ongeacht hun ondersteuning voor een parallelle bouw, wat bouwfouten zou kunnen veroorzaken. Opmerking: elke Makefile die niet parallel-aangepast is, moet als een fouten bevattende Makefile beschouwd worden. Deze zouden ofwel parallel-aangepast moeten gemaakt worden of als niet veilig gemarkeerd worden met het target make(1) .NOTPARALLEL. -D, --check-builddeps Bouwvereisten en tegenstrijdigheden controleren en afbreken als er niet aan voldaan is (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Dit is het standaardgedrag. -d, --no-check-builddeps Bouwvereisten en tegenstrijdigheden niet controleren (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). --ignore-builtin-builddeps Ingebouwde bouwvereisten en tegenstrijdigheden niet controleren (sinds dpkg 1.18.2). Dit zijn de distributiespecifieke impliciete bouwvereisten die gewoonlijk noodzakelijk zijn in een bouwomgeving, de zogenaamde set van pakketten van het type Build- Essential. --rules-requires-root Het veld Rules-Requires-Root niet honoreren; er wordt teruggevallen op zijn verouderde standaardwaarde (since dpkg 1.19.1). -nc, --no-pre-clean Voor het bouwen de broncodeboom niet opschonen (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Impliceert -b indien geen van de opties -F, -g, -G, -B, -A of -S gekozen werd. Gecombineerd met -S impliceert dit -d (sinds dpkg 1.18.0). --pre-clean Voor het bouwen de broncodeboom opschonen (sinds dpkg 1.18.8). Dit is het standaardgedrag. -tc, --post-clean De broncodeboom opschonen (met commando-om-root-te-worden debian/rules clean) nadat het pakket gebouwd werd (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). --no-post-clean De broncodeboom niet opschonen na het bouwen van het pakket (sinds dpkg 1.19.1). Dit is het standaardgedrag. --sanitize-env De bouwomgeving saneren (sinds dpkg 1.20.0). Dit houdt het verwijderen of opnieuw instellen in van omgevingsvariabelen, van umask en van eventuele andere procesattributen welke anders de bouw van pakketten negatief zouden kunnen beïnvloeden. Omdat het officiële startpunt voor het bouwen van pakketten debian/rules is, kunnen pakketten er niet op vertrouwen dat deze instellingen aanwezig zijn en moeten ze dus werken indien dat niet het geval is. Wat gesaneerd moet worden is leverancierspecifiek. -r, --root-command=commando-om-root-te-worden Wanneer dpkg-buildpackage een deel van het bouwproces in de hoedanigheid van root (systeembeheerder) moet uitvoeren, laat het het commando dat het uitvoert voorafgaan door commando-om-root-te-worden indien er een opgegeven werd (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Anders, als er geen opgegeven werd, wordt standaard fakeroot gebruikt als het beschikbaar is. commando-om-root-te-worden moet beginnen met de naam van een programma in het PATH en krijgt als argumenten de naam van het echte commando dat uitgevoerd moet worden en de argumenten die het moet krijgen. commando-om-root-te- worden kan parameters bevatten (ze moeten met spaties van elkaar gescheiden worden) maar geen shell-metatekens. Doorgaans is commando-om-root-te-worden fakeroot, sudo, super of really. su is niet geschikt, aangezien het enkel de shell van de gebruiker kan aanroepen met -c in plaats van afzonderlijke argumenten door te geven aan het uit te voeren commando. -R, --rules-file=rules-bestand Een Debian-pakket bouwen houdt meestal het aanroepen van debian/rules in als een commando met verschillende standaardparameters (sinds dpkg 1.14.17, de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Met deze optie is het mogelijk om een andere programma-aanroep te gebruiken om het pakket te bouwen (ze kan parameters bevatten die onderling door spaties gescheiden worden). Anderzijds kan de optie ook gebruikt worden om het standaard rules-bestand uit te voeren met een ander make-programma (bijvoorbeeld door /usr/local/bin/make -f debian/rules te gebruiken als rules-bestand). --check-command=controlecommando Commando dat gebruikt wordt om het bestand .changes zelf en eventuele gebouwde artefacten waarnaar in het bestand verwezen wordt, te controleren (sinds dpkg 1.17.6). Het commando moet als argument de padnaam van .changes krijgen. Gewoonlijk is dit commando lintian. --check-option=optie Optie optie doorgeven aan het controlecommando dat gespecificeerd werd met DEB_CHECK_COMMAND of met --check-command (sinds dpkg 1.17.6). Kan meermaals gebruikt worden. --hook-hook-naam=hook-commando Stelt de opgegeven shell-code hook-commando in als de uitbreiding (hook) hook-naam, die zal uitgevoerd worden op de momenten die in de uitvoeringsstappen gepreciseerd worden (sinds dpkg 1.17.6). De uitbreidingen (hooks) zullen steeds uitgevoerd worden, zelfs als de volgende actie niet uitgevoerd wordt (met uitzondering voor de uitbreiding (hook) binary). Alle uitbreidingen (hooks) zullen uitgevoerd worden in de map van de uitgepakte broncode. Sommige uitbreidingen (hooks) kunnen aanvullende informatie ontvangen via omgevingsvariabelen (sinds dpkg 1.22.0). Alle hooks krijgen hun hooknaam in de omgevingsvariabele DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_NAME (sinds dpkg 1.22.0). Opmerking: uitbreidingen (hooks) kunnen het bouwproces beïnvloeden en leiden tot het mislukken van de bouw als hun commando's falen. Wees dus alert voor onbedoelde consequenties. Momenteel worden de volgende hook-namen ondersteund: preinit init preclean source Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_SOURCE_OPTIONS op met de door spaties gescheiden lijsten met opties die worden doorgegeven aan de dpkg-source-aanroep. build Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_BUILD_TARGET op met de naam van het aangeroepen bouwdoel uit debian/rules, maar alleen als het wordt aangeroepen. binary Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_BINARY_TARGET op met de naam van het aangeroepen binaire doel uit debian/rules, maar alleen als het wordt aangeroepen. buildinfo Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_BUILDINFO_OPTIONS op met de door spaties gescheiden lijsten met opties die worden doorgegeven aan de dpkg-genbuildinfo-aanroep. changes Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_CHANGES_OPTIONS op met de door spaties gescheiden lijsten met opties die worden doorgegeven aan de dpkg-genchanges-aanroep. postclean check Haalt DPKG_BUILDPACKAGE_HOOK_CHECK_OPTIONS op met de door spaties gescheiden lijsten met opties die worden doorgegeven aan het aangeroepen controlecommando. sign done Het hook-commando ondersteunt de volgende substitutie-indelingstekenreeksen, die er voorafgaand aan de uitvoering op toegepast zullen worden: %% Eén enkel %-teken. %a Een booleaanse waarde (0 of 1), die aangeeft of de volgende actie uitgevoerd wordt of niet. %p De naam van het broncodepakket. %v De versie van het broncodepakket. %s De versie van het broncodepakket (zonder de epoch). %u Het bovenstroomse versienummer (toeleveraarsversie). --buildinfo-file=bestandsnaam De bestandsnaam instellen voor het gegenereerde .buildinfo-bestand (sinds dpkg 1.21.0). --buildinfo-option=optie Optie optie doorgeven aan dpkg-genbuildinfo (sinds dpkg 1.18.11). Kan meermaals gebruikt worden. --sign-backend=ondertekeningsbackend Een OpenPGP-backendinterface opgeven welke gebruikt moet worden bij het aanroepen van het ondertekeningscommando (sinds dpkg 1.21.10). De standaardinstelling is auto, waarbij de beste beschikbare backend wordt gebruikt. De specifieke ondersteunde OpenPGP-backends in volgorde van voorkeur zijn: sop (elke conforme Stateless OpenPGP-implementatie) sq (van Sequoia-PGP) gpg (van GnuPG) -p, --sign-command=ondertekeningscommando Als dpkg-buildpackage een OpenPGP backend-commando moet uitvoeren om een controlebestand (.dsc) van de broncode, een .buildinfo-bestand of een .changes-bestand te ondertekenen, zal het ondertekeningscommando uitvoeren (en indien nodig daarbij het PATH doorzoeken) in plaats van het standaard of automatisch gedetecteerde backend- commando (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Aan ondertekeningscommando zullen alle backend-specifieke argumenten meegegeven worden volgens de geselecteerde --sign-backend. ondertekeningscommando mag geen spaties bevatten en geen andere shell- metatekens. -k, --sign-keyid=sleutel-id --sign-key=sleutel-id Een OpenPGP sleutel-ID (hetzij een vingerafdruk of een gebruikers-ID) opgeven voor de geheime sleutel die moet worden gebruikt bij het ondertekenen van pakketten (--sign-key sinds dpkg 1.18.8, --sign-keyid sinds dpkg 1.21.10). --sign-keyfile=sleutel-bestand Een OpenPGP sleutel-bestand opgeven dat de geheime sleutel bevat die moet worden gebruikt bij het ondertekenen van pakketten (sinds dpkg 1.21.10). Opmerking: uit veiligheidsoverwegingen kan het sleutel-bestand best met een wachtwoord vergrendeld worden gehouden. -us, --unsigned-source Het broncodepakket niet ondertekenen (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). -ui, --unsigned-buildinfo Het bestand .buildinfo niet ondertekenen (sinds dpkg 1.18.19). -uc, --unsigned-changes De bestanden .buildinfo en .changes niet ondertekenen (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). --no-sign Geen enkel bestand ondertekenen; dit omvat het broncodepakket, het bestand .buildinfo en het bestand .changes (sinds dpkg 1.18.20). --force-sign Het ondertekenen van de resulterende bestanden afdwingen (sinds dpkg 1.17.0), ongeacht -us, --unsigned-source, -ui, --unsigned-buildinfo, -uc, --unsigned-changes of overige interne heuristiek. -sn -ss -sA -sk -su -sr -sK -sU -sR -i, --diff-ignore[=regex] -I, --tar-ignore[=patroon] -z, --compression-level=niveau -Z, --compression=compressor Wordt ongewijzigd doorgegeven aan dpkg-source. Zie de man-pagina ervan. --source-option=optie Optie optie doorgeven aan dpkg-source (sinds dpkg 1.15.6). Kan meermaals gebruikt worden. --changes-file=bestandsnaam De bestandsnaam instellen voor het gegenereerde .changes-bestand (sinds dpkg 1.21.0). --changes-option=optie Optie optie doorgeven aan dpkg-genchanges (sinds dpkg 1.15.6). Kan meermaals gebruikt worden. --admindir=map --admindir map Een andere locatie opgeven voor de database van dpkg (sinds dpkg 1.14.0). De standaardlocatie is /var/lib/dpkg. -?, --help Info tonen over het gebruik en afsluiten. --version De versie tonen en afsluiten.
OMGEVING
Externe omgeving DEB_CHECK_COMMAND Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden als het commando waarmee het bestand .changes gecontroleerd wordt (sinds dpkg 1.17.6). De optie --check-command heeft hierop voorrang. DEB_SIGN_KEYID Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden om de bestanden .changes, .buildinfo en .dsc te ondertekenen (sinds dpkg 1.17.2). De optie --sign-key heeft hierop voorrang. DEB_SIGN_KEYFILE Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden om de bestanden .changes, .buildinfo en .dsc te ondertekenen (sinds dpkg 1.21.10). De optie --sign-key heeft hierop voorrang. DEB_BUILD_OPTIONS If set, it will contain a space-separated list of options that affect the behavior of some dpkg tools involved in package building, and might affect the package build process if the code in debian/rules honors them. These options can have parameters specified immediately after an equal sign (‘=‘). For options that support multiple parameters, these will not be separated by spaces, as these are reserved to separate options. Hieronder volgen de opties die bekend zijn en worden ondersteund door dpkg- gereedschappen; andere opties die worden erkend door debian/rules kunnen worden gedefinieerd door distributiespecifiek beleid. parallel=N In het verpakkingsproces kan men in het bestand debian/rules deze optie gebruiken om het bouwproces zo in te stellen dat N parallelle taken worden gebruikt. Deze optie wordt overschreven door de opties --jobs en --jobs-force. nocheck dpkg-buildpackage negeert de variabele DEB_CHECK_COMMAND. In het verpakkingsproces wordt van debian/rules niet verwacht dat het testsuites uitvoert tijdens het bouwen. noopt Als debian/rules dpkg-buildflags aanroept om de bouwvlaggen in te stellen, dan zullen deze zo worden ingesteld dat er geen optimalisaties mogelijk zijn. nostrip In het verpakkingsproces moet debian/rules ervoor zorgen dat geen foutopsporingsinformatie wordt verwijderd van objecten. Als debian/rules het make- fragment mk/buildtools.mk bevat, zal de make-variabele STRIP deze optie respecteren. terse dpkg-buildpackage zal de make(1)-vlag --no-print-directory toevoegen aan de omgevingsvariabele MAKEFLAGS. In het verpakkingsproces moet debian/rules de breedsprakigheid beperken, maar niet helemaal stil zijn. hardening=feature-spec reproducible=feature-spec abi=feature-spec future=feature-spec qa=feature-spec optimize=feature-spec sanitize=feature-spec These are feature areas that control build flag features. See dpkg-buildflags(1) for further details. DEB_BUILD_PROFILES Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden als het/de actieve bouwprofiel(en) voor het pakket dat gebouw wordt (sinds dpkg 1.17.2). Het is een lijst van profielnamen die onderling door een spatie gescheiden zijn. De optie -P heeft hierop voorrang. DPKG_COLORS Stelt de kleurmodus in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt mogen worden zijn: auto (standaard), always en never. DPKG_NLS Indien dit ingesteld is, zal het gebruikt worden om te beslissen over het activeren van moedertaalondersteuning, ook gekend als internationaliseringsondersteuning (of i18n) (sinds dpkg 1.19.0). Geldige waarden zijn: 0 and 1 (standaard). Interne omgeving Zelfs al exporteert dpkg-buildpackage sommige variabelen, toch mag debian/rules er niet op rekenen dat ze aanwezig zijn en moet het in de plaats daarvan gebruik maken van de desbetreffende interface om de benodigde variabelen op te halen, aangezien dat bestand.het belangrijkste aanspreekpunt is voor het bouwen van pakketten en de op zichzelf staande uitvoering ervan ondersteund moet zijn. DEB_BUILD_* DEB_HOST_* DEB_TARGET_* dpkg-architecture wordt aangeroepen met de doorgegeven parameters -a en -t. Eventuele variabelen die zijn optie -s als uitvoer geeft, worden in de bouwomgeving geïntegreerd. DEB_RULES_REQUIRES_ROOT Deze variabele wordt ingesteld op de waarde die verkregen wordt uit het veld Rules- Requires-Root, het niveau van dpkg-build-api of vanuit de commandoregel. Indien ze ingesteld is, zal ze een geldige waarde zijn voor het veld Rules-Requires-Root. Ze wordt gebruikt om debian/rules te informeren of de specificatie rootless-builds.txt ondersteund wordt. DEB_GAIN_ROOT_CMD Deze variabele wordt ingesteld op gain-root-command wanneer het veld Rules-Requires- Root ingesteld staat op een andere waarde dan no of binary-targets. SOURCE_DATE_EPOCH Deze variabele wordt ingesteld op de Unix-tijd (timestamp) sinds het tijdstip (de epoch) van het laatste item in debian/changelog, voor zover hij niet reeds gedefinieerd is.
BESTANDEN
/etc/dpkg/buildpackage.conf Configuratiebestand dat voor het hele systeem geldt $XDG_CONFIG_HOME/dpkg/buildpackage.conf of $HOME/.config/dpkg/buildpackage.conf Configuratiebestand dat gebruikersafhankelijk is.
OPMERKINGEN
Compileervlaggen worden niet langer geëxporteerd Tussen dpkg 1.14.17 en 1.16.1 exporteerde dpkg-buildpackage compileervlaggen (CFLAGS, CXXFLAGS, FFLAGS, CPPFLAGS en LDFLAGS) met de waarden die door dpkg-buildflags teruggegeven werden. Dit is niet langer het geval. Standaard bouwtargets dpkg-buildpackage gebruikt sinds dpkg 1.16.2 de targets build-arch en build-indep. Deze targets zijn dus verplicht. Maar om te vermijden dat bestaande pakketten defect raken en om de overgang te vergemakkelijken, zal het, indien het broncodepakket niet zowel architectuuronafhankelijke als architectuurspecifieke binaire pakketten bouwt (sinds dpkg 1.18.8), terugvallen op het gebruik van het target build indien make -f debian/rules -qn bouwtarget 2 teruggeeft als afsluitwaarde.
BEVEILIGING
Het bouwen van binaire of bronpakketten mag alleen worden uitgevoerd op basis van vertrouwde brongegevens.
BUGS
Het zou mogelijk moeten zijn om spaties en shell-metatekens en initiële argumenten op te geven voor commando-om-root-te-worden en ondertekeningscommando.
ZIE OOK
/usr/share/doc/dpkg/spec/rootless-builds.txt, dpkg-source(1), dpkg-architecture(1), dpkg-buildflags(1), dpkg-genbuildinfo(1), dpkg-genchanges(1), fakeroot(1), lintian(1), <https://datatracker.ietf.org/doc/draft-dkg-openpgp-stateless-cli/>, sq(1), gpg(1).