Provided by: apt_1.2.35_amd64 bug

NAME

       sources.list - Lijst met geconfigureerde gegevensbronnen van APT

OMSCHRIJVING

       De pakketbronnenlijst /etc/apt/sources.list en de bestanden die in
       /etc/apt/sources.list.d/ te vinden zijn, werden ontwikkeld om gelijk welk aantal actieve
       bronnen en een variatie aan bronmedia te ondersteunen. In de bestanden wordt elke
       pakketbron op een aparte regel vermeld (de één-regelstijl) of ze bevatten uit meerdere
       regels bestaande elementen die per element een of meer pakketbronnen definiëren (de deb822
       stijl), waarbij de meest wenselijke pakketbron eerst komt (voor het geval een bepaalde
       versie in meer dan één pakketbron te vinden is). De op deze geconfigureerde pakketbronnen
       beschikbare informatie wordt opgevraagd met apt-get update (of met een equivalent commando
       van een ander front-end voor APT).

SOURCES.LIST.D

       De map /etc/apt/sources.list.d biedt de mogelijkheid om items voor sources.list in
       afzonderlijke bestanden toe te voegen. Zoals beschreven wordt in de volgende twee secties,
       zijn twee verschillende bestandsindelingen toegelaten. Bestandsnamen moeten eindigen op
       .list of .sources, afhankelijk van welke indeling ze bevatten. De bestandsnamen mogen
       enkel letters (a-z en A-Z), cijfers (0-9), lage streepjes (_), koppeltekens (-) en punten
       (.) bevatten. Is dit niet het geval, dan zal APT melden dat het een bestand overgeslagen
       heeft, tenzij dat bestand beantwoordt aan een patroon uit de configuratielijst
       Dir::Ignore-Files-Silently - in dat geval zal het stilzwijgend overgeslagen worden.

INDELING IN ÉÉN-REGELSTIJL

       Bestanden met deze indeling hebben de extensie .list. Iedere regel die een pakketbron
       specificeert, begint met het type (bijv.  deb-src), gevolgd door opties en argumenten voor
       dat type. Een individueel item mag niet tot op een volgende regel doorlopen. Lege regels
       worden overgeslagen en het teken # ergens op een regel geeft aan dat de rest van die regel
       commentaar bevat. Als gevolg daarvan kan een item gedeactiveerd worden door de hele regel
       uit te commentariëren. Indien er opties opgegeven moeten worden, worden ze van elkaar
       gescheiden door komma's en allemaal samen worden ze tussen rechte haakjes ([]) op de regel
       geplaatst na het type en daarvan gescheiden door een komma. Indien een optie meerdere
       waarden mag hebben, dan worden ze met een komma (,) van elkaar gescheiden. De naam van een
       optie wordt van zijn waarde(n) gescheiden met een gelijkheidsteken (=). Multi-waarde
       opties hebben ook -= en += als scheidingstekens. In plaats van de standaardwaarde(n) te
       vervangen door de opgegeven waarde(n), wijzigen zij de standaardwaarde(n) door er de
       opgegeven waarden uit te verwijderen of eraan toe te voegen.

       Dit is de traditionele indeling die door alle versies van apt ondersteund wordt. Merk op
       dat niet alle opties die hieronder beschreven worden door alle versies van apt ondersteund
       worden. Merk ook op dat sommige oudere toepassingen die zelfstandig deze indeling ontleden
       wellicht geen opties zullen verwachten, aangezien die ongebruikelijk waren voor de
       invoering van multi-architectuurondersteuning.

INDELING IN DEB822-STIJL

       Bestanden met deze indeling hebben de extensie .sources. Op het gebied van de syntaxis is
       de indeling gelijkaardig aan andere bestanden die door Debian en zijn derivaten gebruikt
       worden, zoals de metadatabestanden die apt ophaalt bij de geconfigureerde pakketbronnen of
       het bestand debian/control in een Debian broncodebestand. Individuele items worden van
       elkaar gescheiden door een witregel. Bijkomende witregels worden genegeerd en het teken #
       aan het begin van een regel markeert de volledige regel als commentaar. Een item kan dus
       gedeactiveerd worden door elke regel die onderdeel is van dat item, uit te commentariëren.
       Maar meestal is het eenvoudiger om het item te deactiveren door er het veld "Enabled: no"
       aan toe te voegen. Dat veld verwijderen of het instellen op yes, activeert het item
       opnieuw. Opties gebruiken dezelfde syntaxis als elk ander veld: een veldnaam gescheiden
       van zijn waarde(n) door een dubbele punt (:) en optionele spaties. Bijzonder
       opmerkenswaardig is dat meerdere waarden onderling gescheiden worden door spaties en niet
       door komma's, zoals het geval is bij de één-regelindeling. Multi-waarde velden, zoals
       Architectures, kennen ook Architectures-Add en Architectures-Remove om de standaardwaarde
       te wijzigen eerder dan ze te vervangen.

       Dit is een nieuwe indeling die door apt zelf ondersteund wordt sinds versie 1.1. Eerdere
       versies negeren dergelijke bestanden met een kennisgevingsbericht zoals eerder beschreven.
       Het is de bedoeling dat deze indeling gaandeweg de standaardindeling wordt en dat de
       eerder beschreven één-regelstijl uitgefaseerd wordt, vermits het zowel voor mensen als
       voor machines makkelijker is om in deze nieuwe indeling items aan te maken, uit te breiden
       en te wijzigen, in het bijzonder als er een heleboel pakketbronnen en/of opties in het
       spel zijn. Ontwikkelaars die met pakketbronnen van apt werken en/of ze ontleden worden
       sterk aangemoedigd om ondersteuning voor deze indeling toe te voegen en om met het
       APT-team contact te nemen om dit werk te coördineren en met elkaar te delen. Gebruikers
       kunnen nu reeds ongehinderd op deze indeling overschakelen, maar kunnen eventueel
       problemen ondervinden met software die deze nieuwe indeling nog niet ondersteunt.

DE TYPES DEB EN DEB-SRC: ALGEMENE INDELING

       Het type deb verwijst naar een typisch Debian-archief met twee niveaus,
       distributie/component. De distributie is over het algemeen de naam van een suite zoals
       stable of testing of een codenaam zoals jessie of stretch, terwijl component een van de
       volgende kan zijn: main, contrib of non-free. Het type deb-src verwijst in dezelfde vorm
       als het type deb naar de broncode van een Debian distributie. Om bronnenindexen te kunnen
       ophalen is een deb-src-regel noodzakelijk.

       De indeling van twee items in de één-regelstijl met de types deb en deb-src, ziet er zo
       uit:

           deb [ optie1=waarde1 optie2=waarde2 ] uri suite [component1] [component2] [...]
           deb-src [ optie1=waarde1 optie2=waarde2 ] uri suite [component1] [component2] [...]

       Anderzijds ziet het equivalent van dit item in deb822-stijl er als volgt uit:

                Types: deb deb-src
                URIs: uri
                Suites: suite
                Components: [component1] [component2] [...]
                optie1: waarde1
                optie2: waarde2

       De URI voor het type deb moet de basis vermelden van de Debian distributie waar APT de
       benodigde informatie kan vinden.  suite kan een exact pad opgeven en in dat geval moeten
       de componenten weggelaten worden en moet suite eindigen op een slash (/). Dit is nuttig in
       een geval waarbij enkel een specifieke sub-sectie van het archief dat door de URI
       aangeduid wordt, van belang is. Indien suite geen exact pad opgeeft, moet minstens één
       component vermeld worden.

       suite kan ook een variabele, $(ARCH), bevatten, die omgezet wordt naar de Debian
       architectuur (zoals amd64 of armel) die op het systeem in gebruik is. Dit laat toe om
       archtectuuronafhankelijke sources.list-bestanden te gebruiken. Over het algemeen is dit
       enkel van belang wanneer een exact pad opgegeven wordt. Anders zal APT automatisch een URI
       genereren met de huidige architectuur.

       Als uit een bepaalde locatie een subset van alle beschikbare distributies of componenten
       gewenst wordt, kan het bij het hanteren van de één-regelstijl nodig zijn om meerdere
       regels voor dezelfde URI te gebruiken, aangezien er per regel slechts één distributie
       opgegeven kan worden. Nadat APT intern een complete set gegenereerd heeft, zal het de
       URI-lijst sorteren en bijvoorbeeld meerdere verwijzingen naar eenzelfde computer op het
       internet, samenbundelen in eenzelfde verbinding. Dit is om niet op een inefficiënte manier
       te werk te gaan door een FTP-verbinding tot stand te brengen, die te sluiten, iets anders
       te doen en vervolgens opnieuw een verbinding te moeten maken met dezelfde computer. APT
       zet ook parallelle verbindingen op met verschillende computers om effectiever om te gaan
       met sites met een geringe bandbreedte.

       Het is belangrijk om pakketbronnen in volgorde van voorkeur te vermelden met de grootste
       voorkeur eerst. Een typisch gebruik is een ordening volgens snelheid van snelst naar
       traagst (bijvoorbeeld een CD gevolgd door computers op een lokaal netwerk en tenslotte
       afgelegen internetcomputers).

       Bij wijze van voorbeeld zouden de pakketbronnen voor uw distributie er als volgt kunnen
       uitzien met de indeling in de één-regelstijl:

           deb http://us.archive.ubuntu.com/ubuntu xenial main restricted
           deb http://security.ubuntu.com/ubuntu xenial-security main restricted
           deb http://us.archive.ubuntu.com/ubuntu xenial-updates main restricted

       en als volgt met de indeling in de deb822-stijl:

           Types: deb
           URIs: http://us.archive.ubuntu.com/ubuntu
           Suites: xenial xenial-updates
           Components: main restricted

           Types: deb
           URIs: http://security.ubuntu.com/ubuntu
           Suites: xenial-security
           Components: main restricted

DE TYPES DEB EN DEB-SRC: OPTIES

       Bij elk pakketbronitem kunnen opties opgegeven worden om aan te passen welke bron gebruikt
       wordt en op welke manier er gegevens van opgehaald worden. Indeling, syntaxis en namen van
       de opties variëren naargelang het een één-regelstijl of een deb822-stijl betreft, zoals
       eerder beschreven, maar met beide stijlen kunnen dezelfde opties gebruikt worden. Om het
       eenvoudig te houden vermelden we hier de veldnaam voor de deb822-stijl en geven we de naam
       voor de één-regelstijl er tussen haakjes bij. Onthoud dat u multi-waarde opties expliciet
       kunt vermelden, maar dat u daarnaast over de optie beschikt om ze aan te passen uitgaande
       van hun standaardwaarde. Maar hier geven we hun namen expliciet weer. Niet-ondersteunde
       opties worden door alle versies van APT geruisloos genegeerd.

       •   Architectures (arch) is een multi-waarde optie waarmee opgegeven wordt voor welke
           architecturen er informatie opgehaald moet worden. Indien deze optie niet ingesteld
           werd, geldt als standaard alle architecturen die in de configuratieoptie
           APT::Architectures gedefinieerd zijn.

       •   Languages (lang) is een multi-waarde optie waarmee opgegeven wordt voor welke talen er
           informatie, zoals vertaalde pakketbeschrijvingen, opgehaald moet worden. Indien deze
           optie niet ingesteld werd, geldt als standaard alle talen die in de configuratieoptie
           Acquire::Languages gedefinieerd zijn.

       •   Targets (target) is een multi-waarde optie waarmee opgegeven wordt welke
           downloaddoelen apt uit deze pakketbron zal trachten te ophalen. Indien deze optie niet
           gespecificeerd werd, wordt de standaardset gedefinieerd door het configuratiebereik
           Acquire::IndexTargets. Daarenboven kunnen specifieke doelen geactiveerd of
           gedeactiveerd worden door hun naam als veldnaam te gebruiken in plaats van deze
           multi-waarde optie te gebruiken.

       •   PDiffs (pdiffs) is een yes/no (ja/nee) waarde die regelt of APT moet proberen om
           PDiffs op te halen om oude indexen bij te werken in plaats van de volledige nieuwe
           indexen te downloaden. De waarde van deze optie wordt genegeerd als de pakketbron niet
           aangeeft dat er PDiffs beschikbaar zijn. Standaard is dit de waarde van de optie met
           eenzelfde naam voor een specifiek indexbestand, zoals gedefinieerd in het bereik
           Acquire::IndexTargets, dat zelf als standaard de waarde krijgt van de
           configuratieoptie Acquire::PDiffs, die op zijn beurt standaard op yes ingesteld staat.

       •   By-Hash (by-hash) kan als waarde hebben yes, no of force en regelt of APT moet
           proberen de indexen te bekomen via een URI die geconstrueerd wordt op basis van de
           hash-som van het verwachte bestand, in plaats van de welbekende stabiele bestandsnaam
           van het indexbestand te gebruiken. Dit gebruiken kan een discrepantie tussen
           hash-sommen voorkomen, maar het vereist wel een spiegelserver die dit ondersteunt. De
           waarde yes activeert en no deactiveert het gebruik van deze functionaliteit in het
           geval de pakketbron aangeeft dit te ondersteunen, terwijl force deze functionaliteit
           activeert, ongeacht wat de pakketbron aangeeft. Standaard is dit de waarde van de
           optie met eenzelfde naam voor een specifiek indexbestand, zoals gedefinieerd in het
           bereik Acquire::IndexTargets, dat zelf als standaard de waarde krijgt van de
           configuratieoptie Acquire::By-Hash, die op zijn beurt standaard op yes ingesteld
           staat.

       Daarnaast zijn er opties die, als ze ingesteld worden, betrekking hebben op alle
       pakketbronnen met dezelfde URI en Suite, waardoor ze ingesteld moeten worden voor alle
       soortgelijke items en er niet gevarieerd kan worden tussen verschillende componenten. Als
       er zich dergelijke anomalieën manifesteren, zal APT ze proberen te ontdekken en
       verbeteren.

       •   Trusted (trusted) is een drie-status waarde die als standaardgedrag heeft dat APT
           uitmaakt of een pakketbron als betrouwbaar aanzien wordt, dan wel of er een
           waarschuwing getoond moet worden vooraleer bijvoorbeeld pakketten van die pakketbron
           geïnstalleerd worden. Deze optie kan gebruikt worden om die beslissing te omzeilen. De
           waarde yes zegt APT om die pakketbron steeds als betrouwbaar te beschouwen, zelfs als
           ze niet slaagt bij authenticatietoetsen. Ze schakelt delen van apt-secure(8) uit en
           zou daarom enkel gebruikt mogen worden in een lokale en betrouwbare context (als men
           ze hoe dan ook al zou gebruiken), aangezien anders de beveiliging verbroken wordt. De
           waarde no doet het tegenovergestelde en zorgt ervoor dat een pakketbron behandeld
           wordt als onbetrouwbaar, zelfs al was ze succesvol bij de authenticatietoetsen. De
           standaardwaarde kan niet expliciet ingesteld worden.

       •   Signed-By (signed-by) is ofwel een absoluut pad naar een sleutelbosbestand (moet
           toegankelijk zijn voor en te lezen door de gebruiker _apt; zorg er dus voor dat
           iedereen leesrechten heeft voor het bestand), ofwel een vingerafdruk van een sleutel
           uit de sleutelbos trusted.gpg of uit een van de sleutelbossen in de map trusted.gpg.d/
           (zie apt-key fingerprint). Indien de optie ingesteld werd, worden enkel de sleutel(s)
           uit die sleutelbos of enkel de sleutel met deze vingerafdruk gebruikt voor de
           verificatie door apt-secure(8) van die pakketbron. Anders worden alle sleutels uit de
           betrouwbare sleutelbossen als geldige ondertekenaars van deze pakketbron aanzien.

       •   Check-Valid-Until (check-valid-until) is een yes/no (ja/nee) waarde die regelt of APT
           moet proberen om replay-aanvallen te ontdekken. De maker van een pakketbron kan een
           tijdstip bepalen tot wanneer de gegevens die door de pakketbron ter beschikking
           gesteld worden, als geldig beschouwd mogen worden. Als dat tijdstip aangebroken is en
           er geen nieuwe gegevens ter beschikking gesteld werden, zullen de gegevens als
           vervallen beschouwd worden en er zal een foutmelding gegeven worden. Dit verhoogt niet
           enkel de veiligheid, aangezien een aanvaller met kwade bedoelingen niet eeuwig oude
           gegevens kan blijven versturen om op die manier een gebruiker van een opwaardering af
           te houden, het helpt gebruikers ook om spiegelservers die niet langer bijgewerkt
           worden te detecteren. Sommige pakketbronnen, zoals historische archieven, worden
           evenwel met opzet niet langer bijgewerkt en om die reden kan deze toets uitgezet
           worden door deze optie op no in te stellen. Als standaard geldt de waarde van de
           configuratieoptie Acquire::Check-Valid-Until, die op haar beurt yes als standaard
           heeft.

       •   Valid-Until-Min (valid-until-min) en Valid-Until-Max (valid-until-max) kunnen gebruikt
           worden om, uitgedrukt in seconden, de periode tot wanneer gegevens van deze pakketbron
           als geldig beschouwd mogen worden, te verlengen of te verkorten. -Max kan vooral
           nuttig zijn om uw eigen waarde in te stellen in het geval van een pakketbron met een
           Release-bestand waarin het veld Valid-Until ontbreekt, terwijl -Min gebruikt kan
           worden om de geldigheidsduur te verlengen van een zelden opgewaardeerde (lokale)
           spiegelserver van een vaker bijgewerkt, maar moeilijker toegankelijk archief (dat ook
           vermeld staat in sources.list). Op die manier hoeft men deze toets niet volledig uit
           te schakelen. Als standaard geldt de waarde van de configuratieopties
           Acquire::Min-ValidTime en Acquire::Max-ValidTime, die beide standaard niet ingesteld
           zijn.

URI-SPECIFICATIE

       De momenteel herkende URI-types zijn:

       file
           De methode file laat toe om gelijk welke map uit het bestandssysteem als een archief
           te beschouwen. Dit is nuttig voor aankoppelingen via NFS, voor lokale spiegelservers
           en lokale archieven.

       cdrom
           De methode cdrom laat APT toe om met meerdere CD's in een lokaal CD-station te werken.
           Gebruik het programma apt-cdrom(8) om regels met CD-pakketbronnen aan te maken in de
           lijst met pakketbronnen.

       http
           De methode http specificeert een HTTP-server voor het archief. Indien een
           omgevingsvariabele http_proxy bestaat in het formaat http://server:port/, dan zal de
           in http_proxy opgegeven proxy-server gebruikt worden. Gebruikers van een
           geauthenticeerde HTTP/1.1 proxy kunnen een tekenreeks gebruiken volgens het formaat
           http://user:pass@server:port/. Merk op dat dit geen veilige authenticatiemethode is.

       ftp
           De methode ftp specificeert een FTP-server voor het archief. Het FTP-gedrag van APT
           kan in belangrijke mate geconfigureerd worden. Zie voor meer informatie de man-pagina
           apt.conf(5). Noteer dat een FTP-proxy opgegeven kan worden met de omgevingsvariabele
           ftp_proxy. Met deze omgevingsvariabele en enkel daarmee kan ook een HTTP-proxy
           opgegeven worden (HTTP proxyservers kunnen vaak omgaan met FTP-URL's). Proxy's die
           HTTP gebruiken en in het configuratiebestand vermeld staan worden genegeerd.

       copy
           De methode copy is identiek aan de methode file behalve dat pakketten gekopieerd
           worden naar de cache-map in plaats van ze rechtstreeks op hun locatie te gebruiken.
           Dit is nuttig voor gebruikers van verwijderbare media om met behulp van APT bestanden
           te kopiëren.

       rsh, ssh
           De methode rsh/ssh maakt gebruik van RSH/SSH om een verbinding met een externe
           computer te maken en als een welbepaalde gebruiker toegang te krijgen tot de
           bestanden. Voorafgaandelijke configuratie van rhosts of RSA-sleutels wordt aanbevolen.
           De standaardcommando's find en dd worden gebruikt om de overdracht van bestanden van
           de externe computer uit te voeren.

       nog andere herkenbare URI-types toevoegen
           APT kan uitgebreid worden met extra methodes die door andere optionele pakketten ter
           beschikking gesteld worden en die moeten voldoen aan het naamgevingsschema
           apt-transport-methode. Het APT-team onderhoudt bijvoorbeeld ook het pakket
           apt-transport-https, dat methodes aanbiedt om toegang te krijgen tot HTTPS URI's met
           dezelfde functionaliteit als bij de http-methode. Er zijn ook methodes beschikbaar om
           bijvoorbeeld van debtorrent gebruik te maken - zie apt-transport-debtorrent(1).

VOORBEELDEN

       Gebruikt het lokaal opgeslagen (of via NFS aangekoppelde) archief in /home/apt/debian voor
       stable/main, stable/contrib, en stable/non-free.

           deb file:/home/apt/debian stable main contrib non-free

           Types: deb
           URIs: file:/home/apt/debian
           Suites: stable
           Components: main contrib non-free

       Zoals hierboven, behalve dat hier de distributie unstable (distributie in ontwikkeling)
       gebruikt wordt.

           deb file:/home/apt/debian unstable main contrib non-free

           Types: deb
           URIs: file:/home/apt/debian
           Suites: unstable
           Components: main contrib non-free

       Specificatie voor de bronbestanden van het voorgaande.

           deb-src file:/home/apt/debian unstable main contrib non-free

           Types: deb-src
           URIs: file:/home/apt/debian
           Suites: unstable
           Components: main contrib non-free

       De eerste regel haalt pakketinformatie op voor de architecturen uit APT::Architectures
       terwijl de tweede steeds amd64 en armel ophaalt.

           deb http://httpredir.debian.org/debian jessie main
           deb [ arch=amd64,armel ] http://httpredir.debian.org/debian jessie main

           Types: deb
           URIs: http://httpredir.debian.org/debian
           Suites: jessie
           Components: main

           Types: deb
           URIs: http://httpredir.debian.org/debian
           Suites: jessie
           Components: main
           Architectures: amd64 armel

       Gebruikt HTTP om toegang te krijgen tot het archief van archive.debian.org en gebruikt
       daar enkel het gebied hamm/main.

           deb http://archive.debian.org/debian-archive hamm main

           Types: deb
           URIs: http://archive.debian.org/debian-archive
           Suites: hamm
           Components: main

       Gebruikt FTP om toegang te krijgen tot het archief op ftp.debian.org onder de map debian
       en gebruikt er enkel het gebied jessie/contrib.

           deb ftp://ftp.debian.org/debian jessie contrib

           Types: deb
           URIs: ftp://ftp.debian.org/debian
           Suites: jessie
           Components: contrib

       Gebruikt FTP om toegang te krijgen tot het archief op ftp.debian.org onder de map debian
       en gebruikt er enkel het gebied unstable/contrib. Indien deze regel en die uit het
       voorgaande voorbeeld allebei voorkomen in sources.list zal een enkele FTP-verbinding
       gebruikt worden voor beide regels met pakketbronnen.

           deb ftp://ftp.debian.org/debian unstable contrib

           Types: deb
           URIs: ftp://ftp.debian.org/debian
           Suites: unstable
           Components: contrib

       Gebruikt HTTP om toegang te krijgen tot het archief op ftp.tlh.debian.org onder de map
       universe en gebruikt op i386-computers enkel bestanden die te vinden zijn onder
       unstable/binary-i386 en op amd64-computers bestanden onder unstable/binary-amd64 en zo
       verder voor andere ondersteunde architecturen. [Merk op dat dit voorbeeld enkel toont hoe
       de substitutievariabele moet gebruikt worden; officiële debian-archieven worden niet op
       die manier georganiseerd]

           deb http://ftp.tlh.debian.org/universe unstable/binary-$(ARCH)/

           Types: deb
           URIs: http://ftp.tlh.debian.org/universe
           Suites: unstable/binary-$(ARCH)/

       Gebruikt HTTP om binaire pakketten en broncode uit de suites stable, testing en unstable
       en uit de componenten main en contrib op te halen.

           deb http://httpredir.debian.org/debian stable main contrib
           deb-src http://httpredir.debian.org/debian stable main contrib
           deb http://httpredir.debian.org/debian testing main contrib
           deb-src http://httpredir.debian.org/debian testing main contrib
           deb http://httpredir.debian.org/debian unstable main contrib
           deb-src http://httpredir.debian.org/debian unstable main contrib

           Types: deb deb-src
           URIs: http://httpredir.debian.org/debian
           Suites: stable testing unstable
           Components: main contrib

ZIE OOK

       apt-get(8), apt.conf(5)

BUGS

       APT bugpagina[1]. Indien u een bug in APT wilt rapporteren, raadpleeg dan
       /usr/share/doc/debian/bug-reporting.txt of het reportbug(1) commando.

VERTALING

       De Nederlandse vertaling werd in 2015 gemaakt door Frans Spiesschaert
       <Frans.Spiesschaert@yucom.be>, in samenwerking met het Debian Dutch l10n Team
       <debian-l10n-dutch@lists.debian.org>.

       Merk op dat de vertaling van dit document nog onvertaalde delen kan bevatten. Dit is
       intentioneel om te vermijden dat inhoud verloren zou gaan door een vertaling die achterop
       loopt op het origineel.

AUTEURS

       Jason Gunthorpe

       APT-team

OPMERKINGEN

        1. APT bugpagina
           http://bugs.debian.org/src:apt