Provided by: dpkg-dev_1.19.7ubuntu3.2_all bug

NAAM

       dpkg-buildpackage - binaire of broncodepakketten bouwen uit de broncode

OVERZICHT

       dpkg-buildpackage [optie...]

BESCHRIJVING

       dpkg-buildpackage  is  een  programma  dat het proces van het bouwen van een Debian pakket
       automatiseert. Het bestaat uit de volgende stappen:

       1. Het  bereidt  de  bouwomgeving  voor  door  verschillende  omgevingsvariabelen  in   te
          stellen(zie  OMGEVING),  voert  de  uitbreiding  (hook)  init  uit en roept dpkg-source
          --before-build aan (tenzij -T of --target gebruikt werd).

       2. Het controleert of voldaan is  aan  de  bouw-vereisten  en  de  bouw-tegenstrijdigheden
          (tenzij -d of --no-check-builddeps opgegeven werd).

       3. Indien  met  de optie -T of --target een of meer specifieke doelen geselecteerd werden,
          roept het deze doelen aan en stopt dan. Anders voert het de uitbreiding (hook) preclean
          uit en roept het fakeroot debian/rules clean aan om de bouwboom zuiver te maken (tenzij
          -nc of --no-pre-clean opgegeven werd).

       4. Het voert de uitbreiding  (hook)  source  uit  en  roept  dpkg-source  -b  aan  om  het
          broncodepakket  te genereren (indien het bouwen van source aangevraagd werd met --build
          of gelijkwaardige opties).

       5. Het voert de uitbreiding (hook) build uit en roept debian/rules build-target  aan.  Het
          voert  vervolgens  de uitbreiding (hook) binary uit, gevolgd door fakeroot debian/rules
          binary-target  (tenzij  enkel  de  bouw  van  het  broncodepakket  gevraagd  werd   met
          --build=source  of  gelijkwaardige  opties).  Merk op dat build-target en binary-target
          ofwel build en binary zijn (de standaardsituatie, of indien een bouw van het  type  any
          en  all  aangevraagd  werd  met  --build of gelijkwaardige opties), ofwel build-arch en
          binary-arch (indien een bouw van het type  any  maar  niet  all  aangevraagd  werd  met
          --build  of  gelijkwaardige opties), ofwel build-indep en binary-indep (indien een bouw
          van het type all maar niet any aangevraagd werd met --build of gelijkwaardige opties).

       6. Het voert de uitbreiding (hook) buildinfo uit en roept  dpkg-genbuildinfo  aan  om  een
          bestand  .buildinfo aan te maken. Verschillende opties van dpkg-buildpackage worden aan
          dpkg-genbuildinfo overgemaakt.

       7. Het voert de uitbreiding (hook) changes uit en roept dpkg-genchanges aan om een bestand
          .changes aan te maken. De naam van het .changes-bestand is afhankelijk van het bouwtype
          en zal zo specifiek als nodig zijn, maar niet meer dan  dat.  Voor  een  bouw  die  any
          bevat,  zal  de  naam broncode-naam_binaire-versie_arch.changes zijn. Voor een bouw die
          all bevat, zal de naam broncode-naam_binaire-versie_all.changes zijn. En voor een  bouw
          die  source  bevat, zal de naam broncode-naam_broncode-versie_source.changes zijn. Veel
          opties van dpkg-buildpackage worden aan dpkg-genchanges overgemaakt.

       8. Het voert de uitbreiding (hook) postclean uit en als -tc of --post-clean werd opgegeven
          zal het nogmaals fakeroot debian/rules clean aanroepen.

       9. Het roept dpkg-source --after-build aan.

       10.
          Het voert de uitbreiding (hook) check uit en roept een pakketcontroleprogramma aan voor
          nazicht van het bestand .changes (indien er in DEB_CHECK_COMMAND of met --check-command
          een commando opgegeven werd).

       11.
          Het  voert de uitbreiding (hook) sign uit en roept gpg2 of gpg aan (voor zover het geen
          bouw van het type UNRELEASED is) voor het ondertekenen van het bestand  .dsc  (als  dat
          bestaat,  tenzij -us of --unsigned-source opgegeven werden), van het bestand .buildinfo
          (tenzij -ui, --unsigned-buildinfo, -uc of --unsigned-changes opgegeven werden)  en  van
          het bestand .changes (tenzij -uc of --unsigned-changes opgegeven werden).

       12.
          Het voert de uitbreiding (hook) done uit.

OPTIES

       Alle  opties  kunnen  zowel  opgegeven  worden  aan de commandoregel als in de systeem- en
       gebruikersconfiguratiebestanden   voor    dpkg-buildpackage.    Elke    regel    in    het
       configuratiebestand  is  ofwel  een optie (exact hetzelfde als de commandoregeloptie, maar
       zonder de verbindingsstreepjes aan het begin) of commentaar (als hij begint met een ‘#’).

       --build=type
              Geeft het bouw-type op vanuit een lijst van  door  komma's  gescheiden  componenten
              (sinds dpkg 1.18.5). Wordt doorgegeven aan dpkg-genchanges.

              De waarden die gebruikt mogen worden zijn:

              source Bouwt het broncodepakket. Opmerking: Indien u deze waarde op zichzelf staand
                     gebruikt en indien uw enige bedoeling is om het bronpakket gewoon  (opnieuw)
                     te  bouwen  vanuit  een  zuivere  broncodeboom,  dan  is het altijd beter om
                     rechtstreeks dpkg-source  te  gebruiken,  aangezien  dat  niet  vereist  dat
                     eventuele  bouwvereisten geïnstalleerd worden, welke anders nodig zijn om in
                     staat te zijn het doelwit clean te aanroepen.

              any    Bouwt de architectuurspecifieke binaire pakketten.

              all    Bouwt de architectuuronafhankelijke binaire pakketten.

              binary Bouwt de architectuurspecifieke  en  de  architectuuronafhankelijke  binaire
                     pakketten. Dit is een alias voor any,all.

              full   Bouwt  alles.  Dit  is  een  alias  voor  source,any,all  en identiek aan de
                     standaardsituatie wanneer geen bouwoptie opgegeven werd..

       -g     Het equivalent van --build=source,all (sinds dpkg 1.17.11).

       -G     Het equivalent van --build=source,any (sinds dpkg 1.17.11).

       -b     Het equivalent van --build=binary of --build=any,all.

       -B     Het equivalent van --build=any.

       -A     Het equivalent van --build=all.

       -S     Het equivalent van --build=source.

       -F     Het equivalent van --build=full,  --build=source,binary  of  --build=source,any,all
              (sinds dpkg 1.15.8).

       --target=target[,...]
       --target doel[,...]
       -T, --rules-target=target[,...]
              Roept na het opzetten van de bouwomgeving per opgegeven target eenmaal debian/rules
              doel aan en stopt het proces van het bouwen van het pakket hier (sinds dpkg 1.15.0,
              de lange optie sinds dpkg 1.18.8, de ondersteuning voor meerdere targets sinds dpkg
              1.18.16).  Indien  ook  --as-root  opgegeven  werd,  dan  wordt  het  commando  als
              systeembeheerder  uitgevoerd  (zie --root-command). Merk op dat gekende targets die
              verplicht als systeembeheerder moeten uitgevoerd  worden,  deze  optie  niet  nodig
              hebben (d.w.z. de targets clean, binary, binary-arch en binary-indep).

       --as-root
              Enkel  zinvol  in  samenhang met --target (sinds dpkg 1.15.0). Vereist dat het doel
              met systeembeheerdersrechten uitgevoerd wordt.

       -si
       -sa
       -sd
       -vversie
       -Cbeschrijving-van-de-wijzigingen
       -m, --release-by=adres-van-de-pakketonderhouder
       -e, --build-by=adres-van-de-pakketonderhouder
              Wordt ongewijzigd doorgegeven aan dpkg-genchanges. Zie de man-pagina ervan.

       -a, --host-arch architectuur
              Geef de Debian-architectuur op waarvoor we bouwen (lange optie sinds dpkg 1.17.17).
              De  architectuur  van de machine waarop we bouwen, wordt automatisch vastgesteld en
              ze wordt ook als standaard genomen voor de hostmachine.

       -t, --host-type gnu-systeemtype
              Geef het GNU-systeemtype op waarvoor we bouwen (lange optie  sinds  dpkg  1.17.17).
              Het  kan  gebruikt worden in de plaats van --host-arch of als een aanvulling om het
              standaard GNU-systeemtype voor de Debian-architectuur van de host aan te passen.

       --target-arch architectuur
              Geef de Debian-architectuur op  waarvoor  de  gebouwde  programma's  zullen  bouwen
              (sinds dpkg 1.17.17). De standaardwaarde is de hostmachine.

       --target-type gnu-systeemtype
              Geef  het  GNU-systeemtype op waarvoor de gebouwde programma's zullen bouwen (sinds
              dpkg 1.17.17). Het kan gebruikt worden in de plaats van --target-arch  of  als  een
              aanvulling  om het standaard GNU-systeemtype voor de Debian doelarchitectuur aan te
              passen.

       -P, --build-profiles=profiel[,...]
              Geef het/de  profiel(en)  die  we  bouwen  op  in  een  lijst  met  een  komma  als
              scheidingsteken  (sinds  dpkg  1.17.2,  de  lange  optie  sinds  dpkg  1.18.8). Het
              standaardgedrag is om niet voor een specifiek profiel te bouwen. Stelt  ze  ook  in
              (als  een  lijst  met  een  spatie  als  scheidingsteken) als de omgevingsvariabele
              DEB_BUILD_PROFILES, hetgeen  bijvoorbeeld  toelaat  aan  debian/rules-bestanden  om
              gebruik te maken van deze informatie bij voorwaardelijke bouwoperaties.

       -j, --jobs[=taken|auto]
              Aantal  taken  dat  gelijktijdig  mag  uitgevoerd  worden, waarbij het aantal taken
              overeenkomt met het aantal beschikbare processoren als auto opgegeven  werd  (sinds
              dpkg 1.17.10), of onbeperkt is als taken niet opgegeven werd. Dit is het equivalent
              van de gelijknamige optie voor make(1) (sinds dpkg 1.14.7, lange optie  sinds  dpkg
              1.18.8).  Het voegt zichzelf toe aan de omgevingsvariabele MAKEFLAGS, waardoor elke
              erop volgende aanroep van make de optie overerft en parallelle  taakuitvoering  dus
              opgelegd  wordt  bij  het  maken  van  pakketten  (en  mogelijks ook oplegt aan het
              bouwsysteem van de toeleveraar indien dat gebruik maakt  van  make),  ongeacht  het
              feit  of  er ondersteuning is voor het in parallel bouwen, hetgeen tot mislukkingen
              bij het bouwen kan leiden. Het voegt ook parallel=taken  of  parallel  toe  aan  de
              omgevingsvariabele DEB_BUILD_OPTIONS, hetgeen debian/rules-bestanden in staat stelt
              van deze informatie gebruik te maken voor eigen  doeleinden.  De  waarde  -j  heeft
              voorrang   op   de  optie  parallel=taken  of  parallel  in  de  omgevingsvariabele
              DEB_BUILD_OPTIONS. Merk op dat  de  waarde  auto  zal  vervangen  worden  door  het
              effectieve  aantal  momenteel  actieve  processoren en ze dus als zodanig naar geen
              enkel onderliggend proces doorgegeven zal worden.  Indien  het  aantal  beschikbare
              processoren  niet afgeleid kan worden, dan zal de code terugvallen op het gebruiken
              van seriële uitvoering (sinds dpkg 1.18.15), hoewel dit enkel zou mogen gebeuren op
              exotische en niet-ondersteunde systemen.

       -J, --jobs-try[=taken|auto]
              Deze  optie (sinds dpkg 1.18.2, de lange optie sinds dpkg 1.18.8) is het equivalent
              van de optie -j, behalve dat ze de omgevingsvariabele MAKEFLAGS niet  instelt.  Als
              zodanig is het veiliger om ze te gebruiken met elk pakket, ook met die waarvoor het
              niet zeker is dat in parallel bouwen mogelijk is.

              auto is het standaardgedrag (sinds dpkg 1.18.11). Het aantal jobs  instellen  op  1
              zal het seriële gedrag opnieuw instellen.

       -D, --check-builddeps
              Controleer  bouwvereisten en tegenstrijdigheden en breek af als er niet aan voldaan
              is (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Dit is het standaardgedrag.

       -d, --no-check-builddeps
              Controleer bouwvereisten en tegenstrijdigheden niet  (de  lange  optie  sinds  dpkg
              1.18.8).

       --ignore-builtin-builddeps
              Controleer ingebouwde bouwvereisten en tegenstrijdigheden niet (sinds dpkg 1.18.2).
              Dit  zijn  de  distributiespecifieke  impliciete   bouwvereisten   die   gewoonlijk
              noodzakelijk zijn in een bouwomgeving, de zogenaamde set van pakketten van het type
              Build-Essential.

       --rules-requires-root
              Honoreer  het  veld  Rules-Requires-Root  niet;  er  wordt  teruggevallen  op  zijn
              verouderde standaardwaarde (since dpkg 1.19.1).

       -nc, --no-pre-clean
              Schoon  voor het bouwen de broncodeboom niet op (de lange optie sinds dpkg 1.18.8).
              Impliceert -b indien geen van de opties -F, -g, -G, -B,  -A  of  -S  gekozen  werd.
              Gecombineerd met -S impliceert dit -d (sinds dpkg 1.18.0).

       --pre-clean
              Schoon  voor  het  bouwen  de  broncodeboom  op  (sinds  dpkg  1.18.8).  Dit is het
              standaardgedrag.

       -tc, --post-clean
              Schoon de broncodeboom op (met commando-om-root-te-worden debian/rules clean) nadat
              het pakket gebouwd werd (de lange optie sinds dpkg 1.18.8).

       --no-post-clean
              Schoon  de  broncodeboom  niet op na het bouwen van het pakket (sinds dpkg 1.19.1).
              Dit is het standaardgedrag.

       -r, --root-command=commando-om-root-te-worden
              Wanneer dpkg-buildpackage een deel van het bouwproces in de hoedanigheid  van  root
              (systeembeheerder)   moet  uitvoeren,  laat  het  het  commando  dat  het  uitvoert
              voorafgaan door commando-om-root-te-worden indien er een opgegeven werd  (de  lange
              optie  sinds  dpkg  1.18.8).  Anders,  als  er geen opgegeven werd, wordt standaard
              fakeroot gebruikt als het beschikbaar is. commando-om-root-te-worden moet  beginnen
              met  de naam van een programma in het PATH en krijgt als argumenten de naam van het
              echte commando dat uitgevoerd moet worden en de argumenten die  het  moet  krijgen.
              commando-om-root-te-worden  kan  parameters  bevatten  (ze  moeten  met spaties van
              elkaar   gescheiden   worden)   maar   geen    shell-metatekens.    Doorgaans    is
              commando-om-root-te-worden  fakeroot,  sudo,  super of really. su is niet geschikt,
              aangezien het enkel de shell van de gebruiker kan aanroepen met -c  in  plaats  van
              afzonderlijke argumenten door te geven aan het uit te voeren commando.

       -R, --rules-file=rules-bestand
              Een  Debian-pakket  bouwen  houdt meestal het aanroepen van debian/rules in als een
              commando met verschillende standaardparameters (sinds dpkg 1.14.17, de lange  optie
              sinds  dpkg 1.18.8). Met deze optie is het mogelijk om een andere programma-aanroep
              te gebruiken om het pakket te bouwen (ze kan parameters bevatten die onderling door
              spaties  gescheiden  worden).  Anderzijds  kan  de optie ook gebruikt worden om het
              standaard rules-bestand uit te voeren met een  ander  make-programma  (bijvoorbeeld
              door /usr/local/bin/make -f debian/rules te gebruiken als rules-bestand).

       --check-command=controlecommando
              Commando  dat  gebruikt  wordt  om  het bestand .changes zelf en eventuele gebouwde
              artefacten waarnaar in het bestand  verwezen  wordt,  te  controleren  (sinds  dpkg
              1.17.6). Het commando moet als argument de padnaam van .changes krijgen. Gewoonlijk
              is dit commando lintian.

       --check-option=optie
              Geef optie  optie  door  aan  het  controlecommando  dat  gespecificeerd  werd  met
              DEB_CHECK_COMMAND  of  met  --check-command  (sinds  dpkg  1.17.6).  Kan  meermaals
              gebruikt worden.

       --hook-hook-naam=hook-commando
              Stelt de opgegeven shell-code hook-commando in als de uitbreiding (hook) hook-naam,
              die  zal uitgevoerd worden op de momenten die in de uitvoeringsstappen gepreciseerd
              worden (sinds dpkg 1.17.6).  De  uitbreidingen  (hooks)  zullen  steeds  uitgevoerd
              worden, zelfs als de volgende actie niet uitgevoerd wordt (met uitzondering voor de
              uitbreiding (hook) binary). Alle uitbreidingen (hooks) zullen uitgevoerd worden  in
              de map van de uitgepakte broncode.

              Opmerking:  uitbreidingen  (hooks)  kunnen het bouwproces beïnvloeden en leiden tot
              het mislukken van de bouw als hun commando's falen. Wees dus alert voor  onbedoelde
              consequenties.

              Momenteel worden de volgende hook-namen ondersteund

              init preclean source build binary buildinfo changes postclean check sign done

              Het hook-commando ondersteunt de volgende substitutie-indelingstekenreeksen, die er
              voorafgaand aan de uitvoering op toegepast zullen worden:

              %%     Eén enkel %-teken.

              %a     Een booleaanse waarde (0 of 1), die aangeeft of de volgende actie uitgevoerd
                     wordt of niet.

              %p     De naam van het broncodepakket.

              %v     De versie van het broncodepakket.

              %s     De versie van het broncodepakket (zonder de epoch).

              %u     Het upstream versienummer (toeleveraarsversie).

       --buildinfo-option=optie
              Geef  optie  optie  door  aan dpkg-genbuildinfo (sinds dpkg 1.18.11). Kan meermaals
              gebruikt worden.

       -p, --sign-command=ondertekeningscommando
              Als dpkg-buildpackage GPG moet uitvoeren  om  een  controlebestand  (.dsc)  van  de
              broncode of een bestand .changes te ondertekenen zal het ondertekeningscommando (en
              indien nodig daarbij het PATH doorzoeken) uitvoeren in plaats van gpg2 of  gpg  (de
              lange  optie  sinds dpkg 1.18.8). Aan ondertekeningscommando zullen alle argumenten
              meegegeven  worden  die   anders   aan   gpg2   of   gpg   gegeven   zouden   zijn.
              ondertekeningscommando mag geen spaties bevatten en geen andere shell-metatekens.

       -k, --sign-key=sleutel-id
              Geef  de  sleutel-ID  op  die gebruikt moet worden om pakketten te ondertekenen (de
              lange optie sinds dpkg 1.18.8).

       -us, --unsigned-source
              Onderteken het broncodepakket niet (de lange optie sinds dpkg 1.18.8).

       -ui, --unsigned-buildinfo
              Onderteken het bestand .buildinfo niet (sinds dpkg 1.18.19).

       -uc, --unsigned-changes
              Onderteken de bestanden .buildinfo en .changes niet  (de  lange  optie  sinds  dpkg
              1.18.8).

       --no-sign
              Onderteken geen enkel bestand; dit omvat het broncodepakket, het bestand .buildinfo
              en het bestand .changes (sinds dpkg 1.18.20).

       --force-sign
              Verplicht het ondertekenen van  de  resulterende  bestanden  (sinds  dpkg  1.17.0),
              ongeacht -us, --unsigned-source, -ui, --unsigned-buildinfo, -uc, --unsigned-changes
              of overige interne heuristiek.

       -sn
       -ss
       -sA
       -sk
       -su
       -sr
       -sK
       -sU
       -sR
       -i, --diff-ignore[=regex]
       -I, --tar-ignore[=patroon]
       -z, --compression-level=niveau
       -Z, --compression=compressor
              Wordt ongewijzigd doorgegeven aan dpkg-source. Zie de man-pagina ervan.

       --source-option=optie
              Geef optie optie door aan dpkg-source (sinds dpkg 1.15.6). Kan  meermaals  gebruikt
              worden.

       --changes-option=optie
              Geef  optie  optie  door  aan  dpkg-genchanges  (sinds  dpkg 1.15.6). Kan meermaals
              gebruikt worden.

       --admindir=map
       --admindir map
              Geef een andere locatie op voor de  database  van  dpkg  (sinds  dpkg  1.14.0).  De
              standaardlocatie is /var/lib/dpkg.

       -?, --help
              Toon info over het gebruik en sluit af.

       --version
              Toon de versie en sluit af.

OMGEVING

   Externe omgeving
       DEB_CHECK_COMMAND
              Indien  dit  ingesteld  werd,  zal het gebruikt worden als het commando waarmee het
              bestand .changes gecontroleerd wordt (sinds dpkg 1.17.6). De optie  --check-command
              heeft hierop voorrang.

       DEB_SIGN_KEYID
              Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden om de bestanden .changes en .dsc
              te ondertekenen (sinds dpkg 1.17.2). De optie --sign-key heeft hierop voorrang.

       DEB_BUILD_OPTIONS
              Indien dit ingesteld werd,  bevat  het  een  lijst  van  door  spaties  van  elkaar
              gescheiden  opties  die  het  bouwproces  kunnen beïnvloeden in debian/rules en het
              gedrag van sommige dpkg-commando's.

              Bij nocheck zal de variabele DEB_CHECK_COMMAND genegeerd worden. Bij parallel=N zal
              het  aantal  parallelle taken op N ingesteld worden, maar de optie --jobs-try heeft
              hierop voorrang.

       DEB_BUILD_PROFILES
              Indien  dit  ingesteld  werd,  zal  het  gebruikt   worden   als   het/de   actieve
              bouwprofiel(en)  voor  het  pakket dat gebouw wordt (sinds dpkg 1.17.2). Het is een
              lijst van profielnamen die onderling door een spatie gescheiden zijn. De  optie  -P
              heeft hierop voorrang.

       DPKG_COLORS
              Stelt  de  kleurmodus  in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt mogen
              worden zijn: auto (standaard), always en never.

       DPKG_NLS
              Indien dit ingesteld is, zal het gebruikt worden om te beslissen over het activeren
              van  moedertaalondersteuning, ook gekend als internationaliseringsondersteuning (of
              i18n) (sinds dpkg 1.19.0). Geldige waarden zijn: 0 and 1 (standaard).

   Interne omgeving
       Zelfs al exporteert dpkg-buildpackage sommige variabelen, toch mag debian/rules er niet op
       rekenen  dat  ze  aanwezig  zijn  en  moet  het  in de plaats daarvan gebruik maken van de
       desbetreffende interface om de benodigde variabelen op te halen, aangezien dat bestand.het
       belangrijkste  aanspreekpunt  is  voor  het bouwen van pakketten en de op zichzelf staande
       uitvoering ervan ondersteund moet zijn.

       DEB_BUILD_*
       DEB_HOST_*
       DEB_TARGET_*
              dpkg-architecture wordt  aangeroepen  met  de  doorgegeven  parameters  -a  en  -t.
              Eventuele variabelen die zijn optie -s als uitvoer geeft, worden in de bouwomgeving
              geïntegreerd.

       DEB_RULES_REQUIRES_ROOT
              Deze variabele wordt ingesteld op de  waarde  die  verkregen  wordt  uit  het  veld
              Rules-Requires-Root  of vanuit de commandoregel. Indien ze ingesteld is, zal ze een
              geldige waarde zijn  voor  het  veld  Rules-Requires-Root.  Ze  wordt  gebruikt  om
              debian/rules  te  informeren  of  de  specificatie  rootless-builds.txt ondersteund
              wordt.

       DEB_GAIN_ROOT_CMD
              Deze  variabele   wordt   ingesteld   op   gain-root-command   wanneer   het   veld
              Rules-Requires-Root ingesteld staat op een andere waarde dan no of binary-targets.

       SOURCE_DATE_EPOCH
              Deze  variabele  wordt ingesteld op de Unix-tijd (timestamp) sinds het tijdstip (de
              epoch) van het  laatste  item  in  debian/changelog,  voor  zover  hij  niet  reeds
              gedefinieerd is.

BESTANDEN

       /etc/dpkg/buildpackage.conf
              Configuratiebestand dat voor het hele systeem geldt

       $XDG_CONFIG_HOME/dpkg/buildpackage.conf of
       $HOME/.config/dpkg/buildpackage.conf
              Configuratiebestand dat gebruikersafhankelijk is.

OPMERKINGEN

   Compileervlaggen worden niet langer geëxporteerd
       Tussen  dpkg  1.14.17  en  1.16.1  exporteerde dpkg-buildpackage compileervlaggen (CFLAGS,
       CXXFLAGS,  FFLAGS,  CPPFLAGS  en  LDFLAGS)  met  de  waarden  die   door   dpkg-buildflags
       teruggegeven werden. Dit is niet langer het geval

   Standaard bouwtargets
       dpkg-buildpackage  gebruikt  sinds  dpkg 1.16.2 de targets build-arch en build-indep. Deze
       targets zijn dus verplicht. Maar om te vermijden dat bestaande pakketten defect  raken  en
       om  de  overgang  te  vergemakkelijken,  zal  het,  indien  het  broncodepakket niet zowel
       architectuuronafhankelijke als architectuurspecifieke binaire pakketten bouwt (sinds  dpkg
       1.18.8),  terugvallen  op het gebruik van het target build indien make -f debian/rules -qn
       bouwtarget 2 teruggeeft als afsluitwaarde.

BUGS

       Het zou mogelijk moeten zijn om spaties en shell-metatekens en initiële argumenten  op  te
       geven voor commando-om-root-te-worden en ondertekeningscommando.

ZIE OOK

       dpkg-source(1), dpkg-architecture(1), dpkg-buildflags(1), dpkg-genbuildinfo(1),
       dpkg-genchanges(1), fakeroot(1), lintian(1), gpg2(1), gpg(1).