Provided by: dpkg-dev_1.22.6ubuntu6.1_all
NAAM
deb-control - Indeling van het controlebestand van een Debian binair pakket
OVERZICHT
DEBIAN/control
BESCHRIJVING
Elk binair Debian-pakket bevat een control-bestand in zijn control-element en zijn deb822(5)-indeling is een gedeelte van het controlebestand debian/control in Debian- bronpakketten, zie deb-src-control(5). Dit bestand bevat een aantal velden. Ieder veld begint met een markering, zoals Package of Version (niet hoofdlettergevoelig), gevolgd door een dubbele punt en de tekstinhoud van het veld (hoofdlettergevoelig tenzij anders vermeld). Velden worden enkel door veldmarkeringen begrensd. De tekstinhoud van het veld kan met andere woorden verschillende regels lang zijn, maar de installatiegereedschappen zullen bij het verwerken van de tekstinhoud de regels gewoonlijk samenvoegen (behalve voor het veld Description; zie hierna).
VELDEN
Package: pakketnaam (verplicht) De waarde van dit veld bepaalt de pakketnaam en wordt door de meeste installatiegereedschappen gebruikt om bestandsnamen te genereren. Package-Type: deb|udeb|type Dit veld definieert het pakkettype. udeb is voor pakketten waarvan de omvang aan beperkingen onderworpen is en die door het installatieprogramma van Debian gebruikt worden. deb is de standaardwaarde, die verondersteld wordt als het veld ontbreekt. In de toekomst kunnen nog andere types toegevoegd worden. Version: versie-tekenreeks (verplicht) Gewoonlijk is dit het originele versienummer van het pakket, welke vorm de auteur van het programma er ook voor gebruikt. Het kan ook een Debian-revisienummer bevatten (voor niet uit Debian stammende pakketten). De exacte indeling en het sorteringsalgoritme worden beschreven in deb-version(7). Maintainer: volledige-naam-en-e-mail (aanbevolen) Moet opgemaakt worden volgens de indeling “Joe Bloggs <jbloggs@foo.com>”, en is gewoonlijk de persoon die het pakket maakte, in tegenstelling tot de auteur van de verpakte software. Description: korte-beschrijving (aanbevolen) uitgebreide-beschrijving De indeling van een pakketbeschrijving bestaat uit een beknopte korte samenvatting op de eerste regel (na de veldmarkering Description) en een langere meer gedetailleerde beschrijving op de volgende regels. Elke regel van de uitgebreide beschrijving moet voorafgegaan worden door een spatie, en lege regels in de uitgebreide beschrijving moeten één enkele ‘.’ bevatten die volgt op de eraan voorafgaande spatie. Section: sectie Dit is een veld van algemene aard dat het pakket in een categorie onderbrengt op basis van de software die het installeert. Enkele gebruikelijke secties zijn utils, net, mail, text, x11, enz. Priority: prioriteit Duidt het belang van dit pakket aan in verhouding tot het gehele systeem. Gebruikelijke prioriteiten zijn required, standard, optional, extra, enz. De velden Section en Priority hebben gewoonlijk een welbepaalde set mogelijke waarden, afhankelijk van de richtlijnen van de distributie. Installed-Size: grootte Bij benadering de totale grootte van de door het pakket geïnstalleerde bestanden, uitgedrukt in KiB. Het algoritme voor het berekenen van de grootte wordt beschreven in deb-substvars(5). Protected: yes|no Meestal is dit veld enkel nodig als het antwoord yes is. Het geeft een pakket aan dat doorgaans vereist is voor het correct opstarten van het systeem of gebruikt wordt voor aangepaste systeem-lokale metapakketten. dpkg(1) of om het even welk ander installatiegereedschap zal niet toestaan dat een pakket van het type Protected verwijderd wordt (tenminste niet zonder dat één van de forceeropties gebruikt wordt). Ondersteund sinds dpkg 1.20.1. Essential: yes|no Meestal is dit veld enkel nodig als het antwoord yes is. Het geeft een pakket aan dat vereist is voor het verpakkingssysteem, voor de goede werking van het systeem in het algemeen of tijdens het opstarten (hoewel dit laatste in plaats daarvan zou moeten worden omgezet naar het veld Protected). dpkg(1) of om het even welk ander installatiegereedschap zal niet toestaan dat een pakket van het type Essential verwijderd wordt (tenminste niet zonder dat één van de forceeropties gebruikt wordt). Build-Essential: yes|no Meestal is dit veld enkel nodig als het antwoord yes is en het wordt gewoonlijk ingevoegd door de archiefsoftware. Het duidt een pakket aan dat vereist is voor het bouwen van andere pakketten. Architecture: arch|all (verplicht) De architectuur geeft aan voor welk type hardware dit pakket gecompileerd werd. Gebruikelijke architecturen zijn amd64, armel, i386, powerpc, enz. Merk op dat de waarde all bedoeld is voor pakketten die architectuuronafhankelijk zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn shell- en Perl-scripts en documentatie. Origin: naam De naam van de distributie waaruit dit pakket afkomstig is. Bugs: URL De URL van het opvolgingssysteem voor bugs van dit pakket. De indeling die momenteel gebruikt wordt is bts-type://bts-adres, zoals debbugs://bugs.debian.org. Homepage: URL De URL van de homepage van het toeleverend project (upstream). Tag: lijst-van-markeringen Lijst van markeringen (tags) die de eigenschappen van het pakket beschrijven. De beschrijving en de lijst van ondersteunde markeringen/tags is te vinden in het pakket debtags. Multi-Arch: no|same|foreign|allowed Dit veld wordt gebruikt om aan te geven hoe dit pakket zich moet gedragen op een multi-arch installatie. no Dit is de standaardwaarde als dit veld weggelaten werd. Dit veld toevoegen met een expliciete waarde no is over het algemeen niet nodig. same Dit pakket is co-installeerbaar met zichzelf, maar het kan niet gebruikt worden om te voldoen aan een vereiste van een pakket dat tot een andere architectuur behoort. foreign Dit pakket is niet co-installeerbaar met zichzelf, maar het mag wel de toestemming krijgen om te voldoen aan een architectuurkwalificatieloze vereiste van een pakket dat tot een andere architectuur behoort (indien een vereiste wel een expliciete architectuurkwalificatie heeft, wordt de waarde foreign genegeerd). allowed Dit laat pakketten die dit pakket als vereiste hebben (reverse-dependencies) toe om in hun Depends-veld aan te geven dat ze dit pakket ook van een andere architectuur aanvaarden door bij de pakketnaam de kwalificatie :any te vermelden. Anders blijft dit zonder effect. Source: broncode-naam [(broncode-versie)] De naam van het broncodepakket waaruit dit binaire pakket afkomstig is, indien die verschillend is van de naam van het pakket zelf. Indien de versie van het broncodepakket verschilt van de versie van het binaire pakket, dan zal de broncode- naam gevolgd worden door een broncode-versie tussen haakjes. Dit kan het geval zijn als de upload een uitsluitend binaire upload is die niet door de beheerder uitgevoerd wordt, of wanneer via «dpkg-gencontrol -v» voor het binaire pakket een verschillend versienummer ingesteld wordt. Subarchitecture: waarde Kernel-Version: waarde Installer-Menu-Item: waarde Deze velden worden door het installatieprogramma van Debian gebruikt en zijn meestal niet nodig. Zie voor meer details over deze velden <https://salsa.debian.org/installer-team/debian-installer/-/raw/master/doc/devel/modules.txt>. Depends: pakketlijst Lijst van de pakketten die dit pakket nodig heeft om meer dan een onbeduidende functionaliteit te kunnen bieden. Software voor pakketbeheer zal niet toelaten dat een pakket geïnstalleerd wordt zonder dat de pakketten die in zijn veld Depends vermeld worden, geïnstalleerd worden (tenminste niet zonder het gebruik van forceeropties). Tijdens een installatie wordt het postinst-script van pakketten die in het veld Depends vermeld worden, uitgevoerd voor dat van het pakket dat van hen afhankelijk is. Bij het verwijderen van een dergelijk pakket daarentegen wordt het prerm-script van dat pakket uitgevoerd voor die van pakketten die in zijn veld Depends vermeld staan. Pre-Depends: pakketlijst Lijst van de pakketten die geïnstalleerd en geconfigureerd moeten zijn vooraleer dit pakket geïnstalleerd kan worden. Dit wordt meestal gebruikt in een geval waarin dit pakket een ander pakket nodig heeft om zijn preinst-script te kunnen uitvoeren. Recommends: pakketlijst Bevat een lijst van pakketten die samen met dit pakket aangetroffen worden op alle behalve ongewone installaties. Software voor pakketbeheer zal de gebruiker waarschuwen als die een pakket installeert zonder die welke vermeld worden in zijn veld Recommends. Suggests: pakketlijst Bevat een lijst van pakketten die gerelateerd zijn aan dit pakket en mogelijks de bruikbaarheid ervan kunnen vergroten, hoewel het perfect acceptabel is om het zonder die pakketten te installeren. De syntaxis van de velden Depends, Pre-Depends, Recommends en Suggests is een lijst van groepen van alternatieve pakketten. Elke groep is een lijst van pakketten die onderling gescheiden zijn door het symbool verticale streep (of “pijp”), ‘|’. De groepen worden onderling gescheiden door komma's. Een komma moet geïnterpreteerd worden als een “AND” en een pijp als een “OR”, waarbij pijpen de sterkste binding hebben. Elke pakketnaam kan facultatief gevolgd worden door een architectuurkwalificatie, die toegevoegd wordt na een dubbele punt ‘:’, facultatief gevolgd door de aanduiding van een versienummer tussen haakjes. De naam van een architectuurkwalificatie kan echte Debian-architectuurnaam zijn (sinds dpkg 1.16.5) of any (sinds dpkg 1.16.2). Indien ze weggelaten is, is ze standaard de architectuur van het huidige binaire pakket. Een echte Debian-architectuurnaam komt exact overeen met die architectuur voor die pakketnaam; any komt overeen met om het even welke architectuur voor die pakketnaam als het pakket gemarkeerd werd als Multi-Arch: allowed. Een versienummer kan beginnen met een ‘>>’. In dat geval levert dit met alle latere versies een overeenkomst op. Een versienummer kan al dan niet ook een Debian-pakketrevisie bevatten (met een koppelteken tussen versienummer en Debian-pakketrevisie). Toegestane versierelaties zijn ‘>>’ voor hoger dan, ‘<<’ voor lager dan, ‘>=’ voor hoger of gelijk aan, ‘<=’ voor lager of gelijk aan en ‘=’ voor gelijk aan. Breaks: pakketlijst Bevat een lijst van pakketten die door dit pakket defect gemaakt worden, bijvoorbeeld door ze bloot te stellen aan bugs indien de vermelde pakketten op dit pakket zouden rekenen. Software voor pakketonderhoud zal het configureren van defecte pakketten niet toestaan. Meestal bestaat de oplossing erin de pakketten die in het veld Breaks vermeld worden, op te waarderen. Conflicts: pakketlijst Bevat een lijst van pakketten die in tegenstrijd/conflict zijn met dit pakket, bijvoorbeeld omdat ze bestanden met eenzelfde naam bevatten. Software voor pakketonderhoud zal niet toestaan dat tegenstrijdige pakketten tegelijkertijd geïnstalleerd zijn. Twee tegenstrijdige pakketten moeten elk een Conflicts-regel bevatten met daarin de vermelding van het andere pakket. Replaces: pakketlijst Lijst van pakketbestanden die door dit pakket vervangen worden. Dit wordt gebruikt om dit pakket de toelating te geven om bestanden uit een ander pakket te overschrijven. Het wordt gewoonlijk gebruikt samen met het veld Conflicts om het verwijderen van het andere pakket af te dwingen als dit pakket dezelfde bestanden bevat als het pakket waarmee dit pakket in tegenstrijd is. De syntaxis van Breaks, Conflicts en Replaces is een lijst van met komma's (en facultatieve witruimte) gescheiden pakketnamen. In de velden Breaks en Conflicts moet de komma geïnterpreteerd worden als een “OR”. Facultatief kan ook een architectuurkwalificatie toegevoegd worden aan de pakketnaam volgens dezelfde syntaxis als hierboven beschreven werd, maar de standaardwaarde is any in plaats van de architectuur van het binaire pakket. Ook kan bij de velden Breaks, Conflicts en Replaces facultatief een versienummer toegevoegd worden volgens dezelfde syntaxis als hierboven werd beschreven. Enhances: pakketlijst Dit is een lijst met pakketten waarvoor dit pakket uitbreidingen biedt. Het is vergelijkbaar met Suggests, maar in de omgekeerde richting. Provides: pakketlijst Dit is een lijst van virtuele pakketten waarin door dit pakket voorzien wordt. Gewoonlijk wordt dit gebruikt in het geval meerdere pakketten dezelfde dienst leveren. Bijvoorbeeld kunnen sendmail en exim beide als mailserver fungeren en daarom voorzien zij in een gemeenschappelijk pakket (“mail-transport-agent”) waarvan andere pakketten afhankelijk kunnen zijn. Dit laat sendmail of exim toe om te fungeren als een geldige optie om aan die vereiste te voldoen. Hierdoor is het voor pakketten die een mailserver nodig hebben niet nodig om van alle mailservers de pakketnaam te kennen en ze, gescheiden door een ‘|’, allemaal te vermelden in een lijst. De syntaxis van Provides is een lijst van pakketnamen door komma's (en facultatieve witruimte) van elkaar gescheiden. Facultatief kan ook een architectuurkwalificatie toegevoegd worden aan de pakketnaam volgens dezelfde syntaxis als hierboven beschreven werd. Indien dit weggelaten werd, wordt standaard de architectuur genomen van het huidige binaire pakket. Facultatief kan ook een exact (is gelijk aan) versienummer opgegeven worden volgens dezelfde syntaxis als hierboven beschreven werd (gehonoreerd sinds dpkg 1.17.11). Built-Using: pakketlijst Dit veld van vereisten vermeldt extra broncodepakketten die gebruikt werden bij het bouwen van dit binaire pakket, om te beantwoorden aan de licentievoorwaarden. Dit is een indicatie voor de software voor archiefonderhoud dat deze extra broncodepakketten behouden moeten blijven zolang dit binaire pakket gehandhaafd wordt. Dit veld moet bestaan uit een met komma's gescheiden lijst van namen van broncodepakketten met een strikte ‘=’ versierelatie tussen haakjes. Merk op dat de software voor archiefonderhoud niet geneigd zal zijn om een upload te aanvaarden van een pakket dat verklaart een Built-Using-relatie te hebben waaraan in het archief niet voldaan kan worden. Static-Built-Using: pakketlijst Dit veld van vereisten vermeldt extra broncodepakketten die gebruikt werden bij het bouwen van dit binaire pakket, voor statische bouwdoeleinden (bijvoorbeeld linken naar statische bibliotheken, compilaties voor brongecentreerde talen zoals Go of Rust, gebruik van C/C++ bibliotheken met enkel headers, injecteren van datablobs in code, enz.) Dit is nuttig om bij te houden of dit pakket eventueel opnieuw moet worden gebouwd wanneer bronpakketten die hier worden vermeld, zijn bijgewerkt, bijvoorbeeld vanwege beveiligingsupdates. Dit veld moet bestaan uit een met komma's gescheiden lijst van namen van broncodepakketten met een strikte ‘=’ versierelatie tussen haakjes. Ondersteund sinds dpkg 1.21.3. Built-For-Profiles: profiel-lijst (verouderd) Dit veld werd vroeger gebruikt om een lijst van door spaties van elkaar gescheiden bouwprofielen op te sommen waarmee deze binaire pakketten gebouwd werden (sinds dpkg 1.17.2 tot 1.18.18). De informatie die vroeger in dit veld te vinden was, kan nu gevonden worden in het bestand .buildinfo dat het vervangt. Auto-Built-Package: lijst-met-redenen Dit veld somt een lijst van onderling door spaties gescheiden redenen op waarom dit pakket automatisch gegenereerd werd. Binaire pakketten die met dit veld gemarkeerd werden, zullen niet te vinden zijn in het sjablooncontrolebestand debian/control van de broncode. De enige reden die momenteel gebruikt wordt, is debug-symbols. Build-Ids: lijst met elf-bouw-id's Dit veld geeft een lijst op van door witruimte van elkaar gescheiden ELF-bouw-id's. Dit zijn unieke identificatiesymbolen voor semantisch identieke ELF-objecten, voor elk ervan in het pakket. De indeling of de berekeningswijze voor elke bouw-id ligt niet vast bij ontwerp.
VOORBEELD
Package: grep Essential: yes Priority: required Section: base Maintainer: Wichert Akkerman <wakkerma@debian.org> Architecture: sparc Version: 2.4-1 Pre-Depends: libc6 (>= 2.0.105) Provides: rgrep Conflicts: rgrep Description: GNU grep, egrep and fgrep. The GNU family of grep utilities may be the "fastest grep in the west". GNU grep is based on a fast lazy-state deterministic matcher (about twice as fast as stock Unix egrep) hybridized with a Boyer-Moore-Gosper search for a fixed string that eliminates impossible text from being considered by the full regexp matcher without necessarily having to look at every character. The result is typically many times faster than Unix grep or egrep. (Regular expressions containing backreferencing will run more slowly, however).
BUGS
Voor het veld Build-Ids wordt een eerder generieke naam gebruikt vanuit zijn originele context binnen een ELF-object, welke een zeer specifieke functie en uitvoerbaar formaat heeft.
ZIE OOK
deb822(5), deb-src-control(5), deb(5), deb-version(7), debtags(1), dpkg(1), dpkg-deb(1).